Overheid moet helpen jongere weerbaar te maken
Om ontsporingen op seksueel gebied te voorkomen, moeten jongeren weerbaar gemaakt worden in hun mediagebruik. Laat de overheid landelijk en plaatselijk initiatieven op het gebied van weerbaarheidstraining en media-educatie steunen, stellen Lou Repetur, Esmé Wiegman-van Meppelen Scheppink en Wim de Jong.
De discussie over de invloed van de media beperkt zich niet enkel tot politiek Den Haag en de muziekzenders. Op lokaal en regionaal niveau wordt hoe langer hoe meer duidelijk dat jongeren bewust moeten worden gemaakt van hun seksuele gedrag en weerbaar dienen te worden gemaakt in hun mediagebruik.Opvallend is dat hier en daar onderwijsinstellingen hun eigen verantwoordelijkheid oppakken in het stellen van normen en kenbaar maken dat ze gebruik willen maken van media-educatie.
Bij de evaluatie van het loverboybeleid in Zwolle werd namelijk geconstateerd dat er bij jongeren een toenemende onduidelijkheid bestaat rond ”relatievorming en seksualiteit”, onder andere door het gebrek aan goede begeleiding bij het leren omgaan met de nieuwe digitale mogelijkheden en onder invloed van de media. Jeugdprostitutie, groepsverkrachtingen en andere excessen zijn hiervan het gevolg. Ook het Informatiepunt Jeugdprostitutie van landelijk expertisecentrum TransAct constateert dit.
Hoewel er geen harde cijfers te geven zijn over de invloed van de media en het gebrek aan begeleiding van jongeren wat hun seksueel gedrag betreft, is het voor iedereen inmiddels wel duidelijk dat er enige relatie is.
Het loverboybeleid mag daarom nooit enkel in het teken staan van opsporing en berechting. Met het oppakken van de daders wordt het probleem ten diepste niet aangepakt. Jongeren moeten bewust worden gemaakt van wat hun persoonlijke grenzen zijn als het gaat om seksualiteit. Seksualiteit gebruiken om erbij te horen, om het vriendje of vriendinnetje te binden, om stoer te doen voor de anderen: het heeft negatieve gevolgen voor hun latere seksualiteitsbeleving en zelfbeeld. Jongeren moeten leren duidelijk grenzen aan te geven en verantwoordelijk te zijn voor hun eigen daden. Dit vraagt om betrokken en toegeruste ouders, onderwijsinstellingen en om een betrokken samenleving.
Normen en grenzen
Betrokken en toegeruste ouders en onderwijsinstellingen vragen om een landelijke en lokale overheid die initiatieven op het gebied van weerbaarheidstraining en media-educatie steunt. Terwijl ex-staatssecretaris Van der Laan recent nog sprak over betutteling, geven diverse onderwijsinstellingen duidelijk aan behoefte te hebben aan normen en grenzen, aan informatie en toerusting en aan financiële middelen om media-educatie mogelijk te maken.
Weerbaarheidstraining en media-educatie zijn prima toepasbaar in het middelbaar onderwijs, voor jongeren met een gemiddeld en hoog niveau die aanspreekbaar zijn op de verantwoordelijkheid van hun eigen daden. Dit geldt echter niet voor jonge kinderen en jongeren die op laag niveau onderwijs volgen. Deze groep vraagt om bescherming, die soms niet door de ouders geboden kan worden.
Ook voor deze groep is het de hoogste tijd dat de overheid vanuit normatief inzicht grenzen durft aan te geven. Niet uit betutteling, maar vanuit een diep besef dat de geestelijke gezondheid van de bevolking minstens zo veel aandacht vraagt als gezonde voeding en lichamelijke beweging.
De auteurs zijn respectievelijk projectleider bij het Informatiepunt Jeugdprostitutie, gemeenteraadslid voor de ChristenUnie in Zwolle en gemeenteraadslid voor de ChristenUnie in Deventer.