De piloten van de F–16’s krijgen van gevechtsleidingcentrum Bandbox, gevestigd op de Veluwe bij Nieuw Milligen, te horen dat ze minimaal vijf mijl afstand van het passagiersvliegtuig moeten bewaren. Doorgaans vliegen de F–16’s bij een onderschepping direct naast het onderschepte vliegtuig. De vliegers geven dan de uiterlijke kenmerken van het toestel door aan de gevechtsleiding.Uit de opnames blijkt ook dat de F–16’s al bezig waren met een oefenvlucht. De piloten krijgen dan de term Alpha scramble te horen. Dat is een term die aan de vliegers duidelijk maakt dat het om een serieuze onderschepping gaat en niet om een oefening.

De piloot van één van de F–16’s vraagt toestemming om supersonisch (sneller dan de geluidssnelheid) te vliegen, maar krijgt daarvoor geen toestemming van de gevechtsleiding. De twee gevechtsvliegtuigen waren opgestegen vanaf vliegbasis Leeuwarden.

Ook de gesprekken tussen de bemanning van het Northwest–vliegtuig en de verkeersleiding zijn op internet te horen. De piloot van het passagiersvliegtuig zegt onder meer dat hij bij de landing geen assistentie van de brandweer nodig heeft. De verkeersleiding vertelt de piloot verder op welke plek hij het toestel na de landing kan parkeren.