In juli 3500 Irakezen door geweld gedood
BAGDAD - Zo’n 3500 Irakezen zijn in juli door sektarisch of politiek geweld om het leven gekomen. Dat heeft onderminister van Gezondheidszorg Adel Mushin woensdag in Bagdad verklaard.
Hoewel Mushin geen dodentallen voor andere maanden gaf, zei hij dat juli de bloedigste maand was sinds het begin van de oorlog. De New York Times preciseerde vandaag dat het aantal in bermen geplaatste bommen in Irak in juli dramatisch is gestegen. Dat zou er volgens de krant op duiden dat de anti-Amerikaanse opstand in Irak zich heeft versterkt, ondanks de dood van terroristenleider Abu Musab al-Zarqawi.Tientallen gewapende stamleden belaagden woensdag het kantoor van de gouverneur van Basra. Er waren Britse troepen voor nodig om de aanvallers te verjagen. Gouverneur van Basra Mohammed al-Waeli zei dat een politieagent om het leven was gekomen en dat er vier gewonden waren gevallen. Zeven van de aanvallers zijn gearresteerd. De autoriteiten stelden een uitgaansverbod in om de gemoederen tot bedaren te brengen.
Bij bomaanslagen in Bagdad kwamen woensdag zeker 21 mensen om het leven en raakten er 43 gewond, meldde de politie. Alle dodelijke slachtoffers waren burgers, maar onder de gewonden bevonden zich vier politieagenten.
Een Iraakse rebellengroepering gaf videobeelden vrij van een katjoesjaraket die werd afgevuurd op de zwaarbewaakte groene zone in Bagdad. Daarmee wilden de rebellen steun betuigen aan de sjiitische Hezbollahstrijders in Libanon.