Studenten in Amsterdam en Utrecht komen er wederom het slechtst vanaf. Zij moeten in Amsterdam minstens 2,5 jaar wachten op een studentenkamer en in Utrecht minstens twee jaar. In Groningen kregen studenten jaar nog binnen drie maanden een huis, nu is dat opgelopen tot zes á negen maanden. Ook Eindhoven (19 maanden) en Rotterdam (12 maanden) kampen met grote problemen.

Zelfs modelstad Wageningen, waar vorig jaar alle studenten nog binnen drie maanden een kamer hadden, gaat dat dit jaar niet redden. Een van de redenen is een grote toename van buitenlandse studenten. Zo komen er 300 Chinezen naar Wageningen om te studeren.

De overheid probeert met het beschikbaar stellen van vakantiewoningen en slooppanden de gaten te dichten. „Dat zijn echter korte-termijn-maatregelen”, zegt LSVb-voorzitter N. van der Meij. Het grootste probleem is volgens haar de doorstroom van afgestudeerden. Deze blijven langer op hun studentenkamer zitten omdat het woningaanbod voor starters te klein is. „Er moeten structureel nieuwe woningen komen, anders blijft het een vicieuze cirkel”, aldus Van der Meij.

Ook de boete die sommige studenten in onderhuur moeten gaan betalen, is een obstakel. Studenten mogen zich vaak niet officieel inschrijven op het adres van onderhuur omdat de verhuurder dan gekort kan worden op uitkering of huursubsidie. Per september kan een student echter een korting krijgen op de studiefinanciering van 140 euro als het woonadres niet overeenkomt met het opgegeven adres bij de Informatie Beheer Groep (IBG).