Buitenland

Lewis en Clark baanden de weg naar het westen

ST.-LOUIS - Een groep Franse pelshandelaren onder leiding van Pierre Laclède vestigde in 1764 een handelspost op de plaats waar de rivieren de Missouri en de Illinois zich bij de machtige Mississippi voegden. Zij noemden de nederzetting Saint-Louis naar de populaire Franse koning Lodewijk IX, die heilig was verklaard door de rooms-katholieke kerk.

Koen Corver
19 July 2002 23:11Gewijzigd op 13 November 2020 23:42
ST.-LOUIS - Pal aan de oever van de Mississippi torent de Arch van de Fin Eero Saarinen bijna 200 meter hoog boven St.-Louis uit. Het kunstwerk symboliseert de poort naar het westen, waar talrijke immigranten een nieuw bestaan zochten. - Foto Koen Corver
ST.-LOUIS - Pal aan de oever van de Mississippi torent de Arch van de Fin Eero Saarinen bijna 200 meter hoog boven St.-Louis uit. Het kunstwerk symboliseert de poort naar het westen, waar talrijke immigranten een nieuw bestaan zochten. - Foto Koen Corver

Het was handel en niets dan handel in die eerste dagen. Westerse jagers trokken er vaak zelf op uit, maar het merendeel van de pelzen werden betrokken van de Osage-indianen, die een groot gebied ten westen van St.-Louis beheerden. Erg welvarend was de nieuwe vestiging aanvankelijk niet. In de eerste jaren van z’n bestaan werd de handelspost vaak ”Pain Court” (Weinig Brood) genoemd. In 1803 ging het gebied over in Amerikaanse handen.

Ook in de daaropvolgende jaren bleef handel de belangrijkste activiteit. St.-Louis lag tenslotte op de noord-zuid- (Mississippi) en de oost-westvaarroute (Illinois in het oosten en Missouri in het westen). Vandaag de dag heeft St.-Louis nog steeds een van de belangrijkste binnenhavens van de VS en een van de grootste spoorwegknooppunten van het land. De stad ontwikkelde zich in de 19e eeuw niet alleen snel tot een belangrijk industrieel centrum, maar vanwege de geografisch strategische ligging werd de voormalige handelspost ook een belangrijke uitvalspoort voor de trek naar het wijde onbekende westen.

Het is deze poort die wordt gesymboliseerd door de fascinerende constructie van de Fin Eero Saarinen. In verbluffende eenvoud torent zijn Arch (Boog) sinds de jaren ’60 bijna 200 meter hoog boven St.-Louis uit. „Het idee om een monument te creëren voor de talloze immigranten die vanuit St.-Louis het onbekende westen binnentrokken om er een nieuw bestaan op te bouwen kwam van Luther Smith, advocaat en prominent maatschappelijk figuur in St.-Louis in de jaren twintig en dertig. Het duurde geruime tijd voordat hij zijn stadgenoten had overtuigd van zijn plan, maar kort na de Tweede Wereldoorlog werd er toch een internationale prijsvraag uitgeschreven. Saarinen won met zijn gedurfde maar vooral simpele ontwerp”, aldus Lawrence Cheek, hoofd van de dienst stadsontwikkeling van St.-Louis.

Teruggaand in de geschiedenis zien wij in 1801 Thomas Jefferson aantreden als derde president van de jonge Amerikaanse staat. In 1803 wist Jefferson een akkoord te sluiten met Napoleon over de verkoop aan de VS van het gebied Louisiana zoals de Fransen dat eerder hadden overgenomen van de Spanjaarden. Het ging hier om een enorm gebied dat veel groter was dan de huidige staat Louisiana. Voor een bedrag van 27,25 miljoen dollar werd het grondgebied van de VS bijna verdubbeld. Jefferson verzekerde hiermee onder meer de toegang van de Amerikanen tot de Mississippi en tot de belangrijke haven van New Orleans in het zuiden.

Maar Jefferson dacht nog ruimer, letterlijk welteverstaan. In 1804 stuurde hij zijn persoonlijk secretaris en adviseur Meriwether Lewis op expeditie naar de westkust van Noord-Amerika. In mei van dat jaar begon Lewis samen met kapitein William Clark aan het hoofd van een vijftig man sterk ’ontdekkingskorps’ aan een lange tocht stroomopwaarts naar het begin van de Missouri. Vandaar moest men indien mogelijk verderreizen tot aan de westkust van Amerika aan de Stille Oceaan. Jefferson hoopte dat Lewis en Clark een nieuwe handelsroute zouden ontdekken die de ontsluiting van de westelijke Amerikaanse gebieden kon bevorderen.

„De tocht van Lewis en Clark is een van de belangrijkste expedities uit de Amerikaanse geschiedenis”, zo vertelt Ken Burns, conservator van het Museum of Westward Expansion (Museum over de Uitbreiding naar het Westen), dat men onder de Arch vindt. „Deze twee mannen ontsloten twee eeuwen geleden een gigantisch terrein voor verdere ontwikkeling en zij ontdekten de weg naar de westkust.

Een opmerkelijk feit van deze tocht is bovendien dat er tijdens de bijna tweeënhalf jaar die men onderweg was, waarin ruim 8000 mijl (12.865 kilometer) heen en terug werd afgelegd, nauwelijks ernstige incidenten plaatsvonden. Eén man overleed onderweg. Dat was sergeant Charles Floyd, die waarschijnlijk bezweek aan de gevolgen van een blindedarmontsteking. Men is wel enkele malen aangevallen door vijandige indianen, maar dat waren uitzonderingen”, aldus Burns.

Geen ernstige incidenten betekent niet dat de expeditie zonder problemen verliep. Hitte, kou, wind en oneindige stofwolken later op de grote vlaktes in het verre westen spanden samen met de sterke stromingen van de Missouri die men roeiend moest overwinnen, soms met behulp van zeilen. Ook honger en uitputting speelden van tijd tot tijd een rol, maar Lewis en Clark vorderden gestaag.

Onderweg ontmoetten zij verschillende indianenstammen. Lewis introduceerde zichzelf en zijn tochtgenoten dan steevast met een standaardtoespraak: „Kinderen, het grote opperhoofd van de zeventien staten van Amerika heeft ons op weg gestuurd om een weg te vinden die een weg moet worden van vrede tussen hem en zijn rode kinderen hier. Houd u aan onze raadgevingen en de grote geest zal glimlachend op ons neerzien en gij zult in de toekomst talrijker zijn dan de bomen in het bos.”

De expeditie bereikte op 7 november 1805 de westkust op de plaats waar nu de stad Astoria in de staat Oregon ligt. „De oceaan, o, wat een geluk!” schreef Clark in zijn dagboek. De mannen overwinterden in het provisorische kamp Fort Clatsop (genoemd naar een lokale indianenstam), waar zij voornamelijk leefden van elandvlees. Eind maart 1806 begon men aan de terugtocht, via de rivier Columbia, dan doorstekend naar de rivier de Jefferson en vervolgens stroomafwaarts via de Missouri terug naar St.-Louis, waar zij op 23 september 1806 arriveerden. De reizigers brachten tekeningen en een aantal voorbeelden mee van 178 onbekende planten en 122 onbekende diersoorten.

Kapitein Clark had het doorkruiste gebied bovendien nauwkeurig in kaart gebracht. Vanuit St.-Louis keerde Meriwether Lewis terug naar Washington om daar president Jefferson, die inmiddels aan zijn tweede ambtstermijn was begonnen, uitvoerig in te lichten over de resultaten van de tocht. „Met de expeditie van Lewis en Clark is het westen definitief ontsloten. Dat was werkelijk van onschatbare waarde voor de verdere ontwikkeling van de Verenigde Staten in de daaropvolgende jaren”, aldus Ken Burns.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer