Halutz is een onverbiddelijk bevelhebber
JERUZALEM (ANP) - Het was een kenmerkende uitspraak van de hoogste militair in Israël: „Als de ontvoerde soldaten niet worden vrijgelaten, zet het Israëlische leger de klok in Libanon twintig jaar terug.” Luitenant-generaal Dan Halutz, de bijna 58-jarige bevelhebber van het leger, staat bekend als hard en vastberaden.
Halutz ontpopte zich tijdens de crisis van de afgelopen drie weken tot sleutelfiguur in Israël. Dit komt mede doordat premier Ehud Olmert niet zoals zijn voorgangers Ariel Sharon en Ehud Barak kan bogen op een carrière in het leger. Ook minister van Defensie Amir Peretz heeft geen militaire staat van dienst.Halutz, wiens vader uit Perzië (het huidige Iran) was geëmigreerd, is sinds juni vorig jaar de achttiende chef-staf en de eerste luchtmachtgeneraal die de Israëlische strijdkrachten leidt.
Hij kwam in 1966 bij de luchtmacht en maakte snel carrière. Hij behoorde tot de selecte groep piloten die als eersten in de destijds hypermoderne Amerikaanse Phantomgevechtstoestellen mochten vliegen. Als piloot bewees Halutz, die ook economie heeft gestudeerd, zich in de Jom Kipoeroorlog (1973) en de oorlog in Libanon in 1982.
Halutz werd in 2000 bevorderd tot commandant van de luchtmacht en maakte tijdens de tweede intifada naam met liquidaties van tientallen Palestijnse militanten vanuit de lucht in de Palestijnse gebieden. „Chirurgische precisie”, zo omschreef hij deze acties, ook als bij dergelijke aanvallen veel burgerslachtoffers vielen. Zo gooide een gevechtsvliegtuig in augustus 2002 een zware bom op de woning van een Hamasleider waarbij vijftien burgers om het leven kwamen.
Lafaards
Een interview met Halutz dat daarna in de krant Ha’aretz verscheen, leidde tot grote consternatie. Zo zei hij niet slechter te slapen door het feit dat onschuldige burgers omkomen bij de luchtacties. Een kleine groep Israëlische vliegers die weigerden dergelijke missies nog langer uit te voeren, omschreef hij als „lafaards.”
Op de vraag wat een piloot voelt als hij een bom boven een doelwit loslaat, antwoordde Halutz: „Ik voel een lichte schok als het vliegtuig omhoog veert door het loslaten van de bom. Een seconde later is dat voorbij. Dat is wat ik voel.”
Ruim een jaar geleden benoemde de toenmalige premier Ariel Sharon Halutz onverwachts tot opperbevelhebber, als opvolger van luitenant-generaal Moshe Yaalon. Die zou zich tegen de geplande ontruiming van Joodse nederzettingen in de Gazastrook en de Westelijke Jordaanoever hebben verzet. Halutz steunde de terugtrekking wel.
Eerder dit jaar waarschuwde Halutz al openlijk voor het gevaar van Hezbollah, de radicale sjiitische beweging die hij het verlengstuk van aartsvijand Iran aan de Israëlische noordgrens noemde. Hij zette vraagtekens bij de relatieve rust na de Israëlische terugtrekking uit Zuid-Libanon in 2000. „Je moet je altijd afvragen hoe rustig en voor hoelang. Is het echt zo rustig als het lijkt?”
Na de ontvoering vorige maand van twee Israëlische militairen door Hezbollahstrijders was de maat vol. De legerleiding, massaal gesteund door de politiek en de bevolking, zag de kans schoon om opnieuw ten strijde te trekken in Libanon. Met zware luchtbombardementen en daarna acties met grondtroepen zou Israël Hezbollah snel uitschakelen.
Twijfels
Maar het moeizame verloop van de oorlog in zuidelijk Libanon heeft geleid tot een aanzwellende stroom van kritiek en twijfels over de strategie van leger en regering. Door de vele burgerslachtoffers in Libanon en het taaie verzet van Hezbollah groeit de steun voor de ”Partij van God” in de Arabische wereld.
Chef-staf Halutz zei vorige week in een kranteninterview dat de strijd tegen Hezbollah zo veel tijd vergt dat hij maar een halfuurtje per dag kan slapen. Een paar dagen later werd hij korte tijd in het ziekenhuis opgenomen nadat hij onwel was geworden. En voorlopig lijkt het einde van de strijd nog niet in zicht.