Karel V leed aan ernstige jicht
MADRID (ANP/DPA/AFP) – Keizer Karel V (1519–1556) was een van de machtigste heersers in de geschiedenis. Hij bestuurde een rijk dat zich van Azië via Europa tot Zuid–Amerika uitstrekte en waarin „de zon nooit onderging". Maar het leven moet voor hem vaak een kwelling zijn geweest, zo is uit onderzoek gebleken. Spaanse wetenschappers stelden vast dat hij aan een zware vorm van jicht leed.
De ziekte moet de keizer zoveel pijn bezorgd hebben dat die mogelijk een rol heeft gespeeld bij zijn besluit om in 1556, twee jaar voor zijn dood, af te treden. Nu proberen de onderzoekers van de Universiteit van Barcelona er nog achter te komen of Karel V ook aan malaria leed. Die ziekte zou mogelijk tot zijn dood hebben geleid.De Spaanse onderzoekers doen in een artikel in het medisch vakblad The New England Journal of Medicine verslag van hun werk. Zij mochten daarvoor een vingerkootje van de keizer gebruiken, dat buiten zijn sarcofaag in de Spaanse koninklijke grafkelder in het Escorial wordt bewaard. De onderzoekers wilden al lang geleden het stoffelijk overschot van Karel V onderzoeken, maar koning Juan Carlos weigerde daarvoor toestemming te verlenen. Nadat zij erachter waren gekomen dat het vingerkootje apart werd bewaard, dienden zij een nieuw verzoek in en kregen toen wel groen licht.
Het kootje werd, zo vertelde de malaria–deskundige Julian de Zulueta aan de Spaanse krant El País, met een lijkwagen naar een laboratorium in Barcelona gebracht. Daar vonden de onderzoekers forse urinezuurafzettingen in het gewricht. Daarmee is bewezen wat de lijfartsen van de keizer ruim vier eeuwen geleden al vermoedden: het was jicht waardoor de gewrichten van de heerser ernstig waren misvormd.
Het vingerkootje was in 1868 van het lijk van de keizer gescheiden toen revolutionairen bij een opstand de lijkkist openden en een van hen het stukje vinger al souvenir meenam. Later kwam het in handen van een adellijke familie, die het weer aan het koningshuis teruggaf.