Buitenland

Cuba gebaat bij geleidelijke verandering

APELDOORN - Tirades van de Cubaanse leider Fidel Castro aan het adres van „Amerikaanse huurlingen” deden Cubaanse dissidenten altijd weer vrezen voor nieuwe arrestaties. Er zaten sinds maart 2003 pakweg 75 andersdenkenden in de gevangenis vanwege hun vermeende samenzwering met de buitenlandse vijand. En dat konden er bij Fidel altijd meer worden.

Marie van Beijnum
3 August 2006 11:26Gewijzigd op 14 November 2020 03:59

Nu Castro in het ziekenhuis ligt en de geruchten over de ware toestand van zijn gezondheid rondgonzen op het eiland en erbuiten, is de vraag hoe Cuba er na Castro uit moet zien plotseling hoogst actueel geworden. Het regime heeft niet echt iemand voorhanden. De maatregel om de macht tijdelijk over te dragen aan de 75-jarige Raul Castro, levert weinig op.Raul zal, gezien zijn leeftijd, niet meer dan een tussenpaus kunnen zijn. Er wordt druk gespeculeerd over Castro ziekte: hij zou deze zelf in scène hebben gezet als een generale repetitie voor wat komen gaat en om te kijken wie zich profileert als kandidaat om hem op te volgen.

Drie stromingen
De Cubaanse oppositie is niet anders dan een verdeeld huis. Er zijn grosso modo drie stromingen in het dissidente spectrum waar te nemen. De Assemblee ter Promotie van de Burgermaatschappij (APSC) is pro-Amerikaans. Tot deze groep behoort de bekende dissidente Marta Beatriz Roque. Bij de gematigde oppositiegroep horen onder andere de bewegingen van Oswaldo Paya (Movimiento de Liberacion Christiana (MCL, Christelijke Bevrijdingsbeweging), Vladimiro Roca (Todos Unidos, Allen Eén) en de CCDHRN van Elizardo Sanchez (Cubaanse Commissie voor Mensenrechten en Verzoening). Verder zijn er het Cubaans Comité voor Mensenrechten en de Damas de Blanco (Witte Vrouwen) en tal van lokale groepjes.

De linkse oppositie schaart zich onder de Arco Progresista (Progressieve Regenboog) van Manuel Cuesta Morua. Arco verwijt de eerste groep een toenemende verrechtsing en radicalisering. Het onderling wantrouwen tussen de verschillende dissidente groepen schijnt groot te zijn en wederzijds verwijten ze elkaar dat ze door het bewind worden gemanipuleerd.

Maaiveld
Een Cubaanse dissident verklaarde eens dat de oppositie in Cuba beter kan bestaan uit allerlei kleine groepjes op allerlei verschillende plaatsen, zoals nu het geval is, dan dat ze vanuit een centraal geleide organisatie opereert. Alles wat ook maar een beetje boven het maaiveld uitkomt, wordt sinds jaar en dag door het Cubaanse regime hard aangepakt en heeft weinig kans van slagen.

Verzet tegen het regime kan in Cuba kennelijk alleen vanuit kleine groepjes plaatsvinden. Het idee erachter is: als overal in het land kleine groepjes opstaan die aan oppositie doen is het voor de regering veel moeilijker om die te bestrijden dan als er één grote oppositiegroep is.

Echt invloedrijke en machtige groepen Cubanen bevinden zich in Miami. De ballingen en hun nazaten sloegen deze week dik aan het feesten toen het bericht van Castro’s ziekte binnenkwam. Veel Cubanen in Miami geloven slechts in een gewelddadige verdrijving van Castro.

Volgens de dissident Oswaldo Paya hebben de Miamigroepen een eigen agenda en willen ze geen vreedzame en participerende overgang. Paya: „En dat is juist een gevaarlijke ontwikkeling en kan leiden tot twee scenario’s: of het Ruslandscenario, of de invasie van deze groepen, die denken: als Castro overlijdt nemen wij de macht over.”

Overgang
De grootste zorg in Cuba is straks wellicht dat de bevolking zich niet kan organiseren. Het ontbreekt de mensen, na al die jaren van ’revolutie’, aan ervaring en kennis om iets op te bouwen. Castro heeft altijd alles voor de Cubanen bedisseld en een halve eeuw lang is alles voor de mensen geregeld.

Een van de grootste misverstanden is ook dat ”alles in één keer” moet veranderen, iets wat de felle republikeinse krachten in Spanje wilden toen dictator Franco in 1975 de laatste adem had uitgeblazen. In Spanje bleek het ”franquisme” zo hardnekkig verankerd dat het niet mogelijk was van de ene dag op de andere over te schakelen op democratische principes. Zo is het ook in het Cuba na Castro. Het kan de valkuil worden van de oppositie om alles meteen, met iedereen, op hetzelfde moment te veranderen. De Cubanen hebben een Cubaan à la de Spaanse koning Juan Carlos nodig om de Cubaanse dictatuur geleidelijk in een democratie te transformeren, waarbij ruimte vrijkomt voor verzoening en opening naar de wereld.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer