Opstand in Mali was succesvol
TIMBOEKTOE - President Amadou Touré van het West-Afrikaanse land Mali zegt dat hij 20 miljoen dollar wil investeren in ontwikkeling van het noorden van Mali.
De extra investeringen zijn het resultaat van een tweedaagse conferentie tussen rebellen en de regering. De conferentie van dit weekend vond plaats drie weken nadat een vredesovereenkomst was getekend in de hoofdstad Algiers van Algerije.In mei braken korte, heftige gevechten uit tussen het regeringsleger en Toearegrebellen bij de handelsnederzetting Kidal, 1000 kilometer ten noorden van de hoofdstad Bamako. De nomadische Toearegs hebben een lichtere huid dan de zwarte Afrikaanse meerderheid die in Mali de dienst uitmaakt. De rebellen vonden dat hun regio werd achtergesteld. Bij de gevechten kwamen zes mensen om het leven.
De regering was in mei bang voor een snelle toename van de onrust. Het zou niet de eerste keer zijn dat een grootschalige opstand van Toearegs voor lange tijd de regio in vuur en vlam zou zetten. In de jaren zestig en negentig eisten Toearegs tijdens revoltes al meer autonomie voor hun regio.
Ook toen was de belangrijkste oorzaak van de gevechten dat Toearegs zich achtergesteld voelden. Ook bij deze opstanden speelde het grensplaatsje Kidal een belangrijke rol als uitvalsbasis voor de rebellie. De regering in Bamako reageerde dan ook direct op de aanval in mei op militaire barakken in Kidal. Het leger rukte op met woestijngarnizoenen uit de steden Timboektoe en Gao. Daarnaast startte de regering een diplomatiek offensief om de rebellen over te halen de meningsverschillen aan de onderhandelingstafel uit te vechten.
Onderhandelen was ook de belangrijkste doelstelling van de rebellen. De kans op militair succes was gering. Daarom zijn de huidige onderhandelingen die leiden tot extra ontwikkelingsinvesteringen in het noorden een belangrijke overwinning voor de rebellen.
De 20 miljoen dollar die nodig is voor uitvoering van het ontwikkelingsprogramma voor het noorden, wordt gefinancierd door de Europese Unie. „Het doel van het programma is dat het leven van mensen in het noorden minder moeilijk wordt. Wij willen hun hoop geven”, vertelde Irene Horejs, hoofd van de delegatie van de Europese Unie in Mali.