VN: Kwart miljoen kindsoldaten actief
NEW YORK (AP) - Meer dan 250.000 kinderen nemen actief deel aan gewapende conflicten in de wereld en tienduizenden meisjes worden door strijders seksueel misbruikt. Het ontvoeren van kinderen gebeurt steeds vaker en systematischer.
Dat heeft de speciale vertegenwoordigster van de Verenigde Naties voor kinderen en gewapend conflict, Radhika Coomaraswamy, dinsdag gerapporteerd aan de VN-Veiligheidsraad.De situatie van kinderen in recente conflictzones als Sierra Leone, Burundi, Liberia en Congo is aanmerkelijk verbeterd, zei Coomaraswamy, maar zoals de situatie in het Midden-Oosten laat zien, blijven kinderen het slachtoffer van gewapende conflicten. Zij zijn de eersten die armoede, ondervoeding en gezondheidsproblemen ondervinden als er oorlog uitbreekt. Sinds 2003 zijn meer dan 14 miljoen kinderen ten gevolge van geweld ontheemd geraakt in eigen land of daarbuiten en jaarlijks worden 8000 tot 10.000 kinderen gedood of verminkt door landmijnen.
Coomaraswamy deed haar verhaal op een openbare bijeenkomst waarop werd bekeken wat er is verbeterd sinds de Veiligheidsraad een jaar geleden een resolutie aannam die paal en perk moet stellen aan het rekruteren van kindsoldaten en de exploitatie van jongeren door partijen in gewapende conflicten. De resolutie voorzag in de oprichting van een commissie die het doden, rekruteren, exploiteren en ontvoeren van kinderen in conflictgebieden rapporteert. Ook werd afgesproken gerichte sancties als wapenembargo’s, reisverboden en financiële beperkingen op te leggen aan partijen die internationale wetten tot bescherming van kinderen aan hun laars lappen.
Unicefdirectrice Ann Veneman zei dat ten gevolge van oorlogen de afgelopen tien jaar zo’n 2 miljoen kinderen om het leven zijn gekomen, zeker 6 miljoen gewond zijn geraakt of invalide zijn geworden en 12 miljoen dakloos zijn geworden. Een andere spreker, Ian Bannon van de Wereldbank, zei dat meer dan 300 miljoen mensen onder de 25 -bijna 20 procent van alle kinderen en jongeren in de wereld- in landen wonen waar gewapende conflicten aan de gang zijn.
Coomaraswamy zei blij te zijn met de resolutie die de Veiligheidsraad vorig jaar heeft aangenomen, maar het nu tijd te vinden dat hardnekkige overtreders worden aangepakt. Ze vertelde het verhaal van Abou uit Sierra Leone, die als 11-jarige werd ontvoerd door rebellen van het Revolutionair Verenigd Front (RUF). Toen hij op zijn 15e werd gedemobiliseerd was hij RUF-commandant. Zijn gemeenschap nam hem terug, maar hij werd gevreesd en gemeden. Zes maanden later verdween hij, om eerst te gaan vechten met de rebellen in Liberia en daarna in Ivoorkust. Hij was 18 toen hij werd ontwapend. Abou vertelde VN-medewerkers dat vechten het enige was wat hij kon.
Er moet veel meer worden gedaan om te voorkomen dat jongens als Abou van het ene naar het andere conflict worden ’gerecycled’, zei Coomaraswamy. De jongeren moeten onderwijs en opleidingen krijgen om hen economisch sterker te maken en minder kwetsbaar tegenover ronselaars. Veneman zei dat kinderen ook meer psychologische en sociale steun nodig hebben. In een slotverklaring werd het belang benadrukt van investering in verbetering van de situatie van jongeren in conflictgebieden.