Israëlische gevechtsvliegtuigen en marineschepen beschoten het zuiden en oosten van Libanon. In het zuidelijke dorp Srifa kwamen tien leden van een familie om. In het eveneens zuidelijke Nabatiyeh vielen zes doden. Voor het eerst werd ook het christelijke deel in het centrum van de hoofdstad Beiroet getroffen, maar hier vielen geen slachtoffers.De Libanese premier Fouad Siniora zei op tv dat tijdens het acht dagen durende Israëlische offensief al meer dan driehonderd Libanezen zijn omgekomen en duizend gewond zijn geraakt. Meer dan een half miljoen Libanezen zijn op de vlucht. Siniora riep de internationale gemeenschap op te interveniëren en zo snel mogelijk humanitaire hulp te sturen.

Bij felle gevechten tussen Israëlische militairen en strijders van Hezbollah zijn vlak over de grens in Zuid–Libanon twee Israëliërs en twee man van Hezbollah gesneuveld. Negen militairen raakten gewond. De troepen waren op zoek naar munitiedepots van Hezbollah. Zij werden onder vuur genomen met mortieren en machinegeweren. De gevechten duurden uren.

Israëlische elite–eenheden zijn de afgelopen dagen vaker de grens overgestoken voor korte operaties om stellingen en faciliteiten van de sjiitsche Hezbollah te vernietigen. Tot dusver gebeurde dit zonder bloedige incidenten. Israëlische legerbronnen hebben woensdag direct al laten weten dat de grondoperaties in Libanon gewoon door zullen gaan.

In Israël vielen ook opnieuw burgerslachtoffers. Hezbollah vuurde tientallen raketten af op verscheidene Israëlische steden waaronder Nazareth. In deze voornamelijk door Israëlische Palestijnen bewoonde stad kostte dit aan twee Israëlisch–Palestijnse kinderen van drie en negen jaar het leven. Sinds de strijd begon zijn 28 Israëli’s gedood.

Zonder het uitzicht op een staakt–het–vuren blijven buitenlanders Libanon ontvluchten. Meer dan duizend mensen, vooral Amerikanen, verlieten met een cruiseschip Beiroet. Twee Britse oorlogsschepen brachten 430 Britse staatsburgers naar Cyprus. De Britse marine hoopt voor het eind van de week nog eens 5000 landgenoten te evacueren.

Inmiddels hebben ruim vierhonderd Nederlanders zich na het vertrek van de eerste groep op maandag aangemeld voor evacuatie uit Libanon. Het daadwerkelijke vervoer van hen komt donderdag op gang, liet een woordvoerder van het ministerie van Buitenlandse Zaken woensdagavond weten.

De Nederlandse staatsburgers verlaten op vrijwillige basis het crisisgebied. Met tien bussen gaan de evacués onder begeleiding van Nederlands ambassadepersooneel in konvooi vanuit de hoofdstad Beiroet naar buurland Syrië. Vanaf het vliegveld bij Aleppo keren ze met drie vliegtuigen, een toestel van de luchtmacht en twee gecharterde toestellen van een commerciële maatschappij, terug naar Nederland.

Intussen proberen honderdduizenden Libanezen uit het zuiden van het land elders een veilig heenkomen te zoeken. De Verenigde Naties waarschuwen voor een humanitaire catastrofe. Hulporganisaties zeggen dat er een toenemende behoefte is aan onder meer water en medische faciliteiten voor de ruim 500.000 Libanezen die huis en haard hebben moeten verlaten.

Het Israëlisch veiligheidskabinet bezwoer woensdag de „krachtige oorlog" tegen militanten voort te zetten zolang het nodig is. De vrijlating van de twee door Hezbollah ontvoerde Israëlische militairen is niet meer het enige motief voor de Israëli’s. De uitschakeling van de militante Hezbollah is een hoofddoel geworden.

Hezbollah liet weten dat zijn guerrilla’s de strijd met „een arsenaal aan raketten nog maanden kunnen voortzetten en niet slechts weken". The New York Times berichtte woensdag dat de Amerikaanse regering Israël nog een week geeft om Hezbollah te verzwakken. De Amerikaanse minister Condoleezza Rice reist op z’n vroegst vrijdag naar de regio.