Meerdere westerse landen hebben hun zorg uitgesproken over de verdere escalatie van de strijd, die begon nadat de militante Hezbollah–beweging in Zuid–Libanon woensdag twee Israëlische militairen ontvoerde.Een Israëlische aanval op een personenbusje in het zuiden van het land kostte zaterdag aan twintig mensen het leven, onder wie zeker tien kinderen. De slachtoffers waren juist hun woonplaats ontvlucht, die op de grens van Libanon met Israël ligt. De bus werd getroffen door een raket, waardoor de inzittenden levend verbrandden. Bij aanvallen in andere delen van Libanon kwamen nog eens twaalf burgers om het leven. In totaal zou het Israëlische offensief inmiddels aan 99 mensen het leven hebben gekost.

De Israëlische luchtmacht verwoestte zaterdag het hoofdkwartier van de Hezbollah–beweging in Beiroet en beschoot ook het kantoor van een hoge functionaris van de Palestijnse Hamas–beweging in de Libanese hoofdstad. Daarbij vielen geen slacthoffers.

De woning van Hezbollah–leider Hassan Nasrallah werd al eerder onder vuur genomen, maar hij raakte daarbij niet gewond. Een Israëlische bewindsman liet zaterdag weten dat de Hezbollah–chef „bij de eerste mogelijkheid" zal worden geliquideerd.

Tijdens de G8–top in Sint Petersburg maanden onder meer de Amerikaanse president George Bush, de Russische president Vladimir Poetin en de Britse premier Tony Blair de partijen op tot kalmte. Bush legde de schuld van het opgelaaide geweld bij Hezbollah, dat woensdag de militairen vanuit Israël kidnapte en hen alleen vrij wil laten in ruil voor Arabische gevangenen in Israëlische detentiecentra. Rusland riep op tot een meer „gebalanceerde" kijk op de strijd, maar vroeg ook Hezbollah om de militairen vrij te laten.

De Russische minister van Defensie Sergei Ivanov zei de kans groot was dat de hele regio meegesleepd wordt in de strijd die nu woedt tussen Israël en Hezbollah.

Zowel Israël als de Verenigde Staten zien Syrië, dat Hezbollah al jarenlang steunt, als de kwade genius achter de aanvallen van de sjiietische beweging. Bush drong er zaterdag bij Damascus op aan zijn invloed bij Hezbollah aan te wenden en de organisatie te bewegen de wapens neer te leggen. De in Londen gevestigde krant al–Hayat meldde zaterdag dat Israël Syrië een ultimatum heeft gesteld. De regering van Damascus zou 72 uur hebben gekregen om een eind te maken aan de activiteiten van Hezbollah en de vrijlating van de twee ontvoerde Israëlische militairen te bewerkstellingen. Als Syrië niet aan de eis voldoet, zou Israël „een offensief met desastreuze gevolgen" lanceren.

De regerende Syrische Baath–partij meldde vrijdagavond in een verklaring overigens zijn bondgenoten Hezbollah en Libanon „volledig te steunen in hun verzet tegen de barbaarse Israëlische agressie".

Hezbollah ging zaterdag intussen door met de beschietingen op verscheidene Israëlische steden. In de stad Tiberias raakten meerdere mensen gewond. Eerder vielen er bij de aanvallen op Noord–Israël zeker vier doden.

Verder werd bekend dat het Israëlische marineschip dat vrijdag voor de kust van Libanon zwaar beschadigd raakte door een aanval van Hezbollah, getroffen is door een raket van Iraanse makelij. Bij de aanval, waarbij het schip zwaar beschadigd raakte, kwam zeker een opvarende om het leven. Drie anderen worden nog vermist.

De evacuatie van buitenlandse staatsburgers uit Libanon begon zaterdag op gang te komen. In totaal honderden Italianen, Oostenrijkers, Grieken, Turken en Oekraïeners hebben het land al verlaten. De vluchtwegen liepen veelal via Syrië omdat luchtverkeer vanuit Libanon niet meer mogelijk is.

Andere landen, waaronder Europese landen zoals Nederland en een aantal Arabische landen, de Verenigde Staten en Rusland zijn nog bezig met de voorbereidingen voor evacuatie van landgenoten die uit Libanon weg willen.