Burgemeester Urk moet in gesprek met horeca
URK - De nieuwe burgemeester van Urk, die zaterdag wordt geïnstalleerd, moet proberen de horecasluitingstijden op zaterdagavond te vervroegen. Dat vinden ChristenUnie en SGP. De partijen hebben samen een meerderheid in de gemeenteraad.
De Urker raad debatteerde donderdagavond op verzoek van de SGP over de sluitingstijden van de horeca op zaterdagavond.Het zit de ChristenUnie (CU) en SGP niet lekker dat kroegen in Urk in de nacht van zaterdag op zondag voortaan tot 02.00 uur mogen openblijven. Waarnemend burgemeester De Groot kwam dat vorige week overeen met 13 van de 44 horecabazen. De laatste bezoekers worden rond middernacht binnengelaten. De aanwezigen mogen tot 02.00 uur blijven, maar kunnen niet meer naar binnen bij andere kroegen en discotheken.
De maatregel is onderdeel van het convenant van horeca, gemeente, politie en justitie. In de overeenkomst staan regels voor het schenken van alcohol aan minderjarigen, voor de bestrijding van drugsgebruik en van wapenbezit. Ook staat erin wanneer de politie overgaat tot actie en op welke wijze dat gebeurt.
Met name de ChristenUnie in Urk vindt dat burgemeester De Groot steken heeft laten vallen bij het opstellen van het horecaconvenant. Zo vindt de partij dat de burgemeester de overeenkomst had moeten aangrijpen om de horecazaken op zondag helemaal te laten sluiten. Fractievoorzitter A. Woord vindt de zogeheten uitlooptijd tot 02.00 uur „verdergaan dan alle sluitingstijden waarover de gemeenteraad de achterliggende jaren debatteerde.”
De Groot is daarentegen van mening dat in het convenant zaken zijn geregeld die voorheen nooit op papier stonden. „Volgens de algemene plaatselijke verordening moeten cafés om 23.30 uur sluiten. Volgens mondelinge afspraken bekeurt de politie pas na 01.00 uur. Ik heb niet meer en niet minder gedaan dan die praktijken beschrijven.”
Hoewel de nieuwe burgemeester, J. Kroon, vanwege de openbare orde zelfstandig kan beslissen over de openingstijden van cafés, vinden SGP en ChristenUnie dat hij toch in gesprek moet gaan met de horecaondernemers om het sluitingstijdstip te vervroegen. De partijen verbinden daaraan echter geen termijn waarbinnen dat moet gebeuren.