In memoriam: Hubert Lampo
BRUSSEL - De Vlaamse schrijver Hubert Lampo (geboren 1920) is woensdag op 85-jarige leeftijd overleden. Daarmee lijkt een einde te komen aan het magisch realisme als stroming in de Nederlandse literatuurgeschiedenis.
Lampo was een productief schrijver. Sinds zijn debuut in 1942 publiceerde hij meer dan zeventig romans, essays, verhalenbundels en biografieën. Zijn bekendste boek is ”De komst van Joachim Stiller” (1960), dat inmiddels aan zijn 44e druk toe is. Verplichte kost voor veel middelbare scholieren, maar ook populair bij het brede publiek.Samen met Johan Daisne vertegenwoordigde Lampo de stroming van het magisch realisme in de Nederlandse literatuur. Hij had een passie voor oude mythen en fantastische verhalen, voor paranormale en buitenzintuiglijke zaken, die hij vervolgens subtiel zijn schijnbaar realistische verhalen binnensmokkelde. Als schrijver tastte hij de grenzen van de werkelijkheid af en probeerde hij een betoverende toets in het alledaagse leven aan te brengen.
Het onderbewuste speelde bij Lampo een grote rol. Hij was geboeid door het gedachtegoed van Carl Gustav Jung, volgens wie er in ieder mens iets leeft van het ”collectieve onbewuste”. Er zouden sinds onheuglijke tijden bepaalde oerbeelden bestaan: de oude wijze man, de magiër, de heks, de slang, de maagd, de leeuw, de draak. Dergelijke oerbeelden -archetypen noemt Jung ze- zouden onbewust grote impact hebben op het menselijk denken. Lampo verwerkte een aantal van zulke archetypen in zijn boeken.
In ”De komst van Joachim Stiller” is dat goed te zien. Het boek gaat over een archetypische Messiasfiguur die van bovenaf ingrijpt in het leven van de hoofdpersoon. Net als de identiteit van deze mysterieuze persoon onthuld zal worden, verongelukt hij. Drie dagen later is zijn lichaam op onverklaarbare wijze verdwenen, terwijl de hoofdpersoon zich op een merkwaardige manier verlost voelt.
De kritiek vanuit orthodox-christelijke hoek laat zich denken. Wie de dood en opstanding van Christus als een volstrekt unieke gebeurtenis beschouwt, kan weinig met archetypische Messiasfiguren.
Literatuur bleef een bijbaan voor Lampo, die als onderwijzer begon en later ook korte tijd journalist en kunstcriticus was. In 1965 werd hij hoofdinspecteur voor het bibliotheekwezen. Hij was de eerste Vlaming die in 1969 het Boekenweekgeschenk schreef: ”De goden moeten hun getal hebben”, gebaseerd op het verhaal van Orpheus uit de Griekse mythologie.
In 1995 zette hij een punt achter zijn schrijversloopbaan met een bundeling van zijn beste verhalen: ”De magische wereld van Hubert Lampo”.