Hezbollah wil onderhandelen over gevangenen
JERUZALEM/BEIROET (ANP/RTR/AFP) – Het Israëlische leger is woensdag voor het eerst in zes jaar het zuiden van Libanon binnengetrokken na de ontvoering van twee Israëlische militairen door de Libanese Hezbollah–beweging. Hezbollah wil met de ontvoering een grote gevangenenruil afdwingen, net als Palestijnse militanten die eerder een Israëlische soldaat in de Gazastrook kidnapten.
De twee militairen werden woensdagmorgen meegenomen tijdens een aanval van Hezbollah–strijders op Israëlische grensposten. Tijdens de actie, waarbij Hezbollah ook tientallen raketten en granaten afvuurde op het noorden van Israël, kwamen drie Israëlische militairen om het leven.Als vergelding bestookten Israëlische gevechtsvliegtuigen en helikopters stellingen van de militante sjiitische beweging. Ook werden verscheidene bruggen gebombardeerd, onder meer tussen de steden Tyrus en Nabatiyeh. Door de acties kwamen twee Libanese burgers om.
Daarna trokken Israëlische grondtroepen het zuiden van Libanon in, op zoek naar de verdwenen sergeanten: Eyal Banin (22) en Shani Turgeman (24). Volgens het Israëlische leger kwamen vier Israëlische soldaten om toen hun tank werd getroffen door een scherpgezette mijn. Tijdens een Israëlische luchtactie werd een Hezbollah–strijder gedood.
De Israëlische regering heeft besloten reservisten op te roepen in verband met de crisis. Het zou gaan om 6000 manschappen. De stap wijst erop dat Jeruzalem zich voorbereidt op een grootschalige militaire campagne in Libanon, meldde de Israëlische zender Channel 10.
De Israëlische premier Ehud Olmert noemde de aanval van Hezbollah op de noordelijke grens van Israël een „oorlogsdaad" en hij zei dat de reactie daarop „zeer pijnlijk" zal zijn. Jeruzalem houdt de Libanese regering verantwoordelijk voor de actie van Hezbollah, die volledig de vrije hand zou krijgen om acties uit te voeren tegen Israël.
De gevangenneming van de Israëlische militairen is bedoeld om vrijlating van gevangenen in Israël af te dwingen, aldus Hezbollah–leider Hassan Nasrallah. Hij bezwoer dat het ontvoerde duo pas wordt vrijgelaten na „indirecte onderhandelingen en een gevangenenruil". Het tweetal bevindt zich volgens hem op een „veilige en afgelegen" plaats.
De sjiitische organisatie had volgens hem al lang geleden besloten om Israëlische soldaten te ontvoeren. De aanval van woensdag hield volgens Nasrallah geen verband met de grootschalige militaire campagne van Israël in de Gazastrook. Die begon nadat Palestijnse militanten ruim twee weken week geleden een Israëlische militair ontvoerden.
In de Gazastrook voerde Israël in de nacht van dinsdag op woensdag opnieuw aanvallen uit. Daarbij werd een gebouw vernietigd waarin Hamas–leiders bijeen zouden zijn. Negen mensen kwamen om, onder wie zeven kinderen. Later op de dag kwamen door luchtacties, tankbeschietingen en vuurgevechten nog veertien Palestijnen om het leven. In totaal zijn de afgelopen twee weken bijna tachtig Palestijnen omgekomen.
De Palestijnse regeringspartij Hamas heeft Hezbollah woensdag gefeliciteerd met de ontvoering van twee Israëlische militairen. Een hoge Hamasleider zei dat zijn beweging niets heeft afgesproken met Hezbollah over het ontvoeren van militairen, maar dat het „natuurlijk" was voor beide partijen om samen te werken in hun eisen jegens Israël. Ook Israëls aartsvijand Syrië juichte de ontvoering toe.
Israël heeft tot nu toe steeds geweigerd in te gaan op het voorstel van Hamas om de militair Gilad Shalit (19) te ruilen voor Palestijnse gevangenen die door Israël vast worden gehouden.
Westerse landen hebben de ontvoering van de twee Israëlische militairen scherp veroordeeld. Onder meer Israëls bondgenoten de Verenigde Staten en Groot–Brittannië eisen dat de soldaten onmiddelijk worden vrijgelaten. Ook de Verenigde Naties hebben de ontvoering veroordeeld. Israël heeft bij de VN een officieel protest ingediend. De joodse staat eist dat de internationale gemeenschap actie onderneemt tegen Hezbollah.