Gedragscode letselschade vraagt vervolg
De vorige week gepresenteerde Gedragscode Behandeling Letselschade, opgesteld door verzekeraars, organisaties van slachtoffers van (verkeers)ongevallen en anderen uit de letselschadebranche, is niet meer dan een goed begin, stelt Joop Bood.

De Gedragscode Behandeling Letselschade, die donderdag 6 juli in Den Haag is gepresenteerd, is nog lang niet transparant genoeg voor slachtoffers. Wij vinden de gedragscode weliswaar een goede opstap naar een betere afhandeling van letselschadezaken -en daarom verdient de code de steun van eenieder uit de letselschadewereld-, maar toch is de code niet meer dan een goed begin.Doel van de code is om slachtoffers van letselschade meer inzicht te geven in de behandeling van hun schadezaken. De code voldoet onzes inziens echter slechts ten dele aan deze doelstelling. Wat ontbreekt, is een digitaal dossier waarin correspondentie over een bepaalde zaak voor alle betrokken partijen toegankelijk is. Ook medisch adviseurs zouden in dergelijk dossier hun informatie moeten delen.
In de huidige gedragscode wordt namelijk een uitzondering gemaakt voor deze beroepsgroep. Maar aangezien alle betrokken partijen in een letselschadezaak vertrouwelijk met informatie omgaan, is die uitzondering onnodig en onwenselijk. In de praktijk blijkt namelijk dat juist de medische rapportages vaak leiden tot discussies tussen verzekeraars en slachtoffers en dus tot vertraging in het behandelingsproces.
Gemiste kans
Ook het ontbreken van een sanctiebeleid vinden wij onwenselijk. De code is geen wet. Een „permanente organisatie” zal naleving van de code gaan stimuleren. Verzekeraars en anderen kunnen bij die organisatie publiekelijk laten weten dat zij in beginsel via de code werken. Als het ergens niet goed loopt, neemt deze organisatie contact op met de overtreder om suggesties voor verbeteringen te doen.
Prima, maar ook hier had de code een stap verder kunnen gaan. Partijen die de code overtreden, zou een sanctie opgelegd moeten worden. Na herhaaldelijke fouten moet je dergelijke organisaties zelfs weren. Alleen op die manier verdwijnen op termijn niet-bonafide schaderegelaars uit de beroepsgroep.
Maar het belangrijkste doel van de code moet altijd het belang van de slachtoffers van letselschadezaken zijn. Om dat te bereiken, moeten alle organisaties uit de letselschadewereld werken aan verbeteringen van de gedragscode.
Het is dan ook jammer dat de LSA-advocaten de code niet ondersteunen. De ondertekenaars van de gedragscode beloven dat slachtoffers hun zaak van dag tot dag kunnen volgen. Hoe is dat mogelijk als een belangrijke partij ontbreekt? Wat ons betreft een gemiste kans, want ook voor hun cliënten is transparantie verhelderend. Samenwerking levert meer op voor slachtoffers van letselschade. Uiteindelijk is dat het enige wat telt.
De auteur is directeur en letselschadespecialist bij de Van Ameyde Groep, marktleider op het gebied van internationale verkeers- en letselschadeafwikkeling.