Dat concludeert de Rekenkamer Rotterdam in een woensdag gepresenteerd rapport ”Vergeet-mij-nietjes aan de Maas”.In de tien deelgemeenten liggen meer dan 5000 volkstuinen, verspreid over 43 complexen. Doorgaans liggen ze aan de rand van de stad, ingeklemd tussen de spoorlijn en de snelweg.

Zo’n 25.000 Rotterdammers zijn in verenigingsverband op hun tuin actief. Ze verbouwen er groenten, kweken er bloemen en overnachten in het voorjaar en in de zomer regelmatig in hun tuinhuis.

De tuinhuur levert de tien deelgemeenten jaarlijks een slordige 1,4 miljoen euro op. Gemiddeld kost de huur van een tuin 345 euro. Alle kosten meegerekend telt een huurder ongeveer 655 euro per jaar neer voor de tuin.

Huurders zien wel dat er een beetje onderhoud wordt gepleegd aan sloten en paden op hun tuincomplex, maar van een meerjarenreservering voor groot onderhoud blijkt geen sprake te zijn. In 2004 hielden de deelgemeenten bijna 400.000 euro over aan de huuropbrengst van de volkstuinen. Het geld verdween in de pot algemene middelen. „Dat klopt niet”, zegt rekenkamerdirecteur R. Mul.

Volgens hem moet een tuinder inzicht kunnen krijgen in de kosten en opbrengsten van zijn volkstuincomplex. De rekenkamer constateert eveneens dat het aanbod niet aansluit bij de behoefte aan volkstuinen.