Brussel haalt burger erbij om justitieveto af te schaffen
BRUSSEL - De Europese Commissie meent de burgers aan haar zijde te hebben. Zij wil dat de EU-lidstaten afstand doen van hun vetorecht op het terrein van justitie. Dat maakt een betere bestrijding mogelijk van misdaad en terrorisme, waarover in de samenleving zo veel zorgen bestaan, luidt de redenering.
Het verenigd Europa was in eerste instantie vooral een economisch project. Op dat vlak is de integratie het verst voortgeschreden. Justitie, met aspecten zoals veiligheid en asiel, kwam pas enkele decennia later in beeld, waarna de gebeurtenissen op 11 september 2001 nog eens de noodzaak onderstreepten en een impuls verschaften om ook in die sfeer de handen ineen te slaan. Inmiddels heeft 17 procent van alle wetgevingsvoorstellen vanuit Brussel betrekking op dit beleidsdomein. Dat duidt op een groeiend belang ervan op EU-niveau.Het uitvaardigen van een gemeenschappelijke aanpak op dit onderdeel van de Europese politiek vereist unanimiteit tussen de 25 partners. Die bepaling leidt er vaak toe dat plannen vertraging oplopen. Het kost veel tijd om in de Raad van Ministers consensus te bereiken. Verder kan de Commissie weinig uitrichten tegen overheden die in gebreke blijven bij het omzetten van een akkoord in nationale regels.
Tal van dossiers illustreren de stroperigheid. Zo is er al lang gepraat over het uitwisselen van bewijsmateriaal, over een pakket maatregelen tegen racisme en vreemdelingenhaat en over uniforme minimumrechten, bijvoorbeeld ten aanzien van de bijstand van een tolk, voor verdachten. Er hoeft maar één partij dwars te liggen of de voortgang stagneert. Een besluit over het opsporen en bestraffen van kinderporno werd tot dusver in slechts vijf landen daadwerkelijk van kracht, afspraken over gezamenlijke onderzoeksteams bij grensoverschrijdende criminaliteit kregen vooralsnog in maar één land een vervolg.
Commissievoorzitter Barroso en zijn ploeggenoot Frattini (Justitie) bepleiten daarom een „andere werkmethode.” Zij hebben vorige week een voorstel gelanceerd om over te stappen naar besluitvorming met gekwalificeerde meerderheid, wat de snelheid en daarmee de effectiviteit van het optreden in EU-verband zal bevorderen. Zij benadrukken dat het handelt om „een van de belangrijkste gebieden waarop de Europese dimensie een toegevoegde waarde heeft boven het ingrijpen van de lidstaten afzonderlijk.”
Tegen de achtergrond van het echec van de beoogde grondwet, dat de kloof tussen het publiek en Brussel tot uitdrukking bracht, heeft de Commissie in de voorbije maanden een strategie afgekondigd die is gericht op concrete resultaten, om de mensen ervan te overtuigen dat de Unie voor hen wel degelijk voordelen oplevert. Justitie vormt een goed aangrijpingspunt voor die benadering. Enquêtes leren immers dat de bevolking bezorgd is over de veiligheid. Zij wenst op dat terrein „meer Europa”, concludeert Barroso. Hij verlangt daadkracht van de regeringen en geloofwaardigheid. Allemaal zijn ze het erover eens dat de strijd tegen misdaad en terrorisme extra aandacht verdient, prachtige woorden en mooie beloften daarover, maar als het op de uitwerking aankomt, laten zij het nogal eens afweten, stelt hij vast.
De gestrande constitutie voorziet in een beperking van het vetorecht. Toch grijpt Barroso naar zijn zeggen niet vooruit op de introductie van dat document. Hij verwijst naar het in 1997 gerealiseerde Verdrag van Amsterdam. Dat bevat de zogeheten passerelleclausule, die opening biedt voor meerderheidsbesluiten in een sector als alle lidstaten het daarmee eens zijn. Waarom dan wachten, terwijl de burgers vragen om actie? Bestaande mogelijkheden moeten we beter benutten, vindt Barroso. Schrappen van de voorwaarde van eenparigheid betekent trouwens tegelijk dat het Europees Parlement medebeslissingsbevoegdheid krijgt in plaats van een raadplegende stem en dat versterkt het democratisch gehalte van het beleid.
De regeringsleiders hebben in 2004 hun handtekening gezet onder de ontwerpgrondwet. Dus eigenlijk hebben zij de omschakeling al geaccepteerd, redeneert Barroso. Toch rekent hij op forse weerstand. Groot-Brittannië vreest aantasting van de nationale soevereiniteit, een bekende overweging van die kant. Maar ook Duitsland oppert bezwaren. Barroso claimt echter dat die niet van principiële aard zijn, maar samenhangen met de gecompliceerde procedure om voor zo’n verandering goedkeuring te verwerven van alle deelstaten.
Van Tampere naar Tampere. In oktober 1999 werd op een top in die stad in Finland een programma opgesteld om van de Unie een gemeenschappelijke ruimte van veiligheid, vrijheid en rechtvaardigheid te maken. In september zijn, opnieuw onder Fins EU-voorzitterschap, de ministers van Justitie op genoemde locatie bijeen. Zij zullen er een eerste uitvoerig debat wijden aan het voorstel van de Commissie. De regering in Helsinki verwacht overigens niet dat het lukt het komende halfjaar al spijkers met koppen te slaan.