Aanklager van Mandela overleden
Percy Yutar, de officier van justitie die in 1964 levenslange gevangenisstraffen eiste en kreeg voor Nelson Mandela, Walter Sisulu en andere leiders van het Afrikaans Nationaal Congres, is zaterdag op 90-jarige leeftijd overleden aan de gevolgen van een beroerte, zo is dinsdag bekendgemaakt.
Als prominent Joods advocaat zou Yutar in het antisemitisch klimaat tijdens het apartheidsbewind alles hebben gedaan om zijn loyaliteit tegenover Zuid-Afrika te bewijzen. Hij schopte het tot eerste Joodse procureur-generaal, van Oranje Vrijstaat. Het Rivonia-proces, genoemd naar de plaats bij Johannesburg waar het ANC zijn geheime hoofdkwartier had en waar de kopstukken van de beweging werden gearresteerd, was de belangrijkste zaak uit zijn carrière.
Volgens verdediger Joel Joffe toonde Yutar zich met name jegens de Joden onder de beklaagden meedogenloos. „Hij leek het als zijn plicht te zien de regering te bewijzen dat er ’goede Joden’ waren door zijn energieke vervolging van deze subversieve Joden”, zei Joffe later.
Na de beëindiging van de apartheid heeft Yutar geprobeerd zijn blazoen te zuiveren. Hij beweerde dat hij de Rivonia-verdachten van de strop had gered door hen alleen voor sabotage en niet voor verraad aan te klagen, hoewel voor sabotage ook de doodstraf kon worden gegeven. Mandela, die 27 jaar gevangenzat, nodigde Yutar uit voor een lunch in 1995, een jaar nadat hij president was geworden. Yutar noemde Mandela later een „heilige man.”