Proces tegen ex-commandant Oost-Timor begonnen
Het proces tegen een militaire commandant in het destijds door Indonesië bezette Oost-Timor is dinsdag in Jakarta begonnen. Een speciale kamer voor mensenrechten van een rechtbank in de Indonesische hoofdstad buigt zich over de zaak tegen generaal Tono Suratman (49).
Suratman wordt ervan beschuldigd niets te hebben ondernomen tegen grove mensenrechtenschendingen zoals moord op voorstanders van onafhankelijkheid tijdens onlusten in 1999, zo heeft het Japanse persbureau Kyodo gemeld.
De aanklagers stellen dat de beklaagde, destijds militaire commandant van Oost-Timor, op de hoogte was van de gewelddaden die mannen onder zijn bevel pleegden. Hij ondernam vervolgens niets tegen zijn ondergeschikten en evenmin handelde hij tegen bendes die Oost-Timorese burgers terroriseerden.
Suratman pleegde door zijn nalatigheid ernstige mensenrechtenschendingen toen hij geen enkele actie ondernam tegen moordenaars. Suratman kan levenslange gevangenisstraf krijgen indien veroordeeld.
De aanklagers hebben gewelddaden van april 1999 als voorbeeld gegeven bij de opening het proces. In die maand begonnen de Indonesische strijdkrachten en milities op grote schaal gewelddaden te plegen tegen de Oost-Timorezen.
De Verenigde Naties organiseerden een referendum over de onafhankelijkheid van Oost-Timor, een voormalige overzeese Portugese provincie die door Indonesië werd ingelijfd in 1975. Een overgrote meerderheid van de Oost-Timorezen sprak zich in augustus 1999 uit voor de onafhankelijkheid. Daarna richttten de milities en troepen bloedbaden aan, joegen honderdduizenden op de vlucht en verwoestten de meeste gebouwen in Oost-Timor. Internationaal ingrijpen zorgde ervoor dat Jakarta Oost-Timor tenslotte opgaf. Op 20 mei werd het land na een overgangsperiode onafhankelijk.