Geen zicht op Noord-Koreaanse raketontwikkeling
PYONGYANG (ANP) – Het raketprogramma van Noord–Korea, dat door de mogelijke test van de Taepodong 2–raket internationaal bezorgdheid heeft gewekt, is grotendeels aan het oog van de wereld onttrokken.
Westerse inlichtingendiensten zijn voor hun gegevens over de projectielen van het geïsoleerde Noord–Korea aangewezen op satellietbeelden, een enkele vluchteling en informatie uit landen waarvan wordt vermoed dat ze samenwerken met het stalinistische land. Naar de omvang van het Noord–Koreaanse rakettenarsenaal kan alleen maar worden gegist. Volgens een schatting van het Zuid–Koreaanse ministerie van Defensie in mei 2004 beschikte Pyongyang over zeshonderd scudraketten met een bereik van 300 tot 500 kilometer. Met de scuds, die in Noord–Korea de namen Hwasong 5 en Hwasong 6 dragen, kan het land het hele Koreaanse schiereiland bestrijken.
Door de export van scudraketten naar het Midden–Oosten voorzag Noord–Korea zichzelf van de hoognodige buitenlandse valuta’s. In totaal zouden sinds de jaren tachtig zo’n vierhonderd raketten zijn verkocht. De voornaamste afnemers waren Iran, Irak, Jemen en Syrië. Ook Egypte en Libië zouden dergelijke projectielen hebben aangeschaft.
Volgens het Center for Nonproliferation Studies zou Noord–Korea tussen 1987 en 1992 voor in totaal 580 miljoen dollar aan Hwasongraketten en technologie hebben verkocht. De projectielen, die Irak onder meer afschoot op Israël en Iran, kostten naar verluidt tussen de 1,5 en 2 miljoen per stuk.
Door het kleine bereik van de Hwasongs en technologische vooruitgang groeide aan het eind van de jaren tachtig in Pyongyang echter het verlangen naar grotere en zwaardere projectielen.
Vermoedelijk in 1988 begon het werk aan de Nodong–raket die een lading van 1000 tot 1500 kg over een afstand van 1000 tot 1500 kilometer moest kunnen vervoeren. De ontwikkeling van de raket werd ingegeven door drie verlangens: het binnen bereik brengen van alle Japanse steden en de Amerikaanse bases op Okinawa, de basis leggen voor de ontwikkeling van langeafstandsraketten en de beschikking krijgen over een raket die zou kunnen worden uitgerust met een kernkop.
Naar schatting 75 tot 150 Nodong–raketten werden tot het jaar 2000 geproduceerd. Hiervan werden 24 tot vijftig stuks verkocht naar het buitenland en vijf gebruikt voor tests. Noord–Korea zou momenteel nog de beschikking hebben over vijftig tot honderd Nodong–raketten. Zowel Pakistan als Iran waren nauw betrokken bij de ontwikkeling van de Nodong. De Pakistaanse Ghauri–raketten en de Iraanse Shehab 3 zouden mede zijn voortgekomen uit dat project.
In de jaren negentig ging het stalinistische land nog een stap verder met de ontwikkeling van de ballistische raket Taepodong 1 die een reikwijdte moest hebben van 2500 kilometer en een kop van 1000 tot 1500 kilo moest kunnen dragen. Een lancering van een dergelijke raket in 1998 die over Japan vloog en in de Stille Oceaan neerkwam, leidde tot grote zorgen. Met een lichtere kop van 50 tot 100 kilo zou het projectiel zelfs een afstand kunnen overbruggen van 4000 kilometer.
De Taepodong 2, die mogelijk binnenkort ondanks internationale protesten wordt getest, was het natuurlijke vervolg op de eerdere versie voor de middellangeafstand. De Amerikanen menen dat het nieuwste projectiel een bereik heeft van 8000 kilometer, waardoor het in theorie vanaf het Koreaanse schiereiland de Amerikaanse westkust zou kunnen bereiken.