EU-leiders zetten alleen tijdpad uit
BRUSSEL - Een EU-top zonder inhoud was het de afgelopen twee dagen. De regeringschefs verlengen de zoektocht naar een gemeenschappelijke visie. Zij hebben voor het opstellen van een nieuw verdrag alleen een tijdpad uitgezet. Meer niet.
De afspraken die in Brussel zijn gemaakt tijdens het vrijdagmiddag beëindigde beraad komen erop neer dat de politiek leiders een jaar vastplakken aan de fase van analyse, bezinning en debat. Noodgedwongen, want overeenstemming over hoe het verder moet met de gestrande plannen voor een grondwet, is in de verste verten niet in zicht. In dat opzicht duurt de impasse voort.De vlucht naar voren bevestigt dat het negatieve oordeel van de bevolking in Frankrijk en Nederland bij de referenda over het concept voor een constitutie diepe sporen trekt. Ruim twaalf maanden later heeft de Unie inhoudelijk nog geen stap voortgang geboekt in de richting van een oplossing voor de ontstane blokkade. De beoogde bestuurlijke hervormingen, bedoeld als waarborg om ook na alle uitbreidingsrondes soepel besluiten te kunnen nemen, lopen flinke vertraging op.
Wie had gehoopt dat de vorig jaar ingelaste reflectieperiode de beide genoemde naties weer bij de les zou brengen, zal teleurgesteld zijn. Balkenende en Bot lieten de collega’s meteen weten dat er sprake was van een definitief nee, dat over een herkansing in de zin van een tweede raadpleging niet viel te praten. Dat standpunt wijzigde tot dusver niet en dat betekent een niet te slechten barrière voor de invoering van de grondwet in de oorspronkelijke versie. Zelfs de Belgische premier Verhofstadt, een fervent voorstander van ’meer Europa’, beaamde deze week dat er geen redden aan is.
Er moet dus hoe dan ook iets nieuws komen. Maar wat? Alleen kleine aanpassingen in de tekst of een algehele revisie van het ontwerp? Slechts een cosmetische operatie of een ingrijpende verbouwing?
Waarschijnlijk zal het woord grondwet na de herstelwerkzaamheden achterwege blijven. Nederland dringt daar in ieder geval op aan, verzekerde Balkenende vrijdag. De term wekt te veel de suggestie van een superstaat en roept daardoor afkeer op bij burgers.
Huidig EU-chef bondskanselier Schüssel van Oostenrijk erkende donderdagavond dat er in de denkpauze tot nu toe veel pauze is geweest en weinig denken. Na het akkoord dat in december werd bereikt over de meerjarenbegroting kwam er weliswaar wat vaart in de discussie, maar dat leverde geen conclusies op ten aanzien van vorm en inhoud van een verdrag die kunnen rekenen op een breed draagvlak.
Het wachten lijkt op Angela Merkel. De Duitse bondskanselier bekleedt in de eerste helft van 2007 het roulerend voorzitterschap. In die hoedanigheid mag zij haar leiderschap bewijzen en proberen het schip vlot te trekken. Volgens het uitgestippelde schema rust op haar de taak met inhoudelijke voorstellen de koers aan te geven. Uiterlijk eind 2008 dienen de daaropvolgende onderhandelingen tussen de lidstaten uit te monden in besluiten. Bekend is dat Merkel zo veel mogelijk van het oorspronkelijke verdrag overeind wenst te houden.
Officieel heet het dat de EU nu begint aan een periode waarin de nadruk valt op concrete resultaten. Die moeten ervoor zorgen dat het vertrouwen van het publiek in Europa groeit. „Weg van de retoriek, knopen doorhakken ten aanzien van zaken die daarvoor rijp zijn”, zoals Schüssel het uitdrukte.
Er wacht dus een tweesporenbenadering: denken en doen. Maar bij de aankondiging van die daadkracht rijst een vraag: de EU is, mogen we aannemen, toch altijd al bezig geweest maatregelen te treffen die de belangen van de mensen dienen? Ofwel: niks bijzonders.
Verder worden vergaderingen van de raad van ministers openbaar en krijgen de nationale parlementen een grotere invloed op voorstellen van de Europese Commissie, zo is vastgelegd.
De top betekende voor Schüssel min of meer de afronding van zijn EU-voorzitterschap. Per 1 juli draagt hij het estafettestokje over aan de Finnen. Veel eer viel er voor hem in de achterliggende maanden niet te behalen. Hij organiseerde enkele conferenties, over de toekomst van Europa en over subsidiariteit, maar zulke ontmoetingen zijn slechts een podium voor vrijblijvende beschouwingen.
De meest aansprekende prestatie die de EU dit halfjaar op het conto kon laten schrijven betreft de vorderingen met de dienstenrichtlijn. Die wetgeving, die het werken over de grens voor veel beroepsgroepen vergemakkelijkt, is nagenoeg voltooid. Het EP legde de basis voor een compromis, vervolgens lukte het om ook onder de ministers consensus te bewerkstelligen.
Voorzitter Barroso van de Commissie mocht er dezer dagen graag aan herinneren, om te illustreren dat de Unie na het echec van de referenda niet stilligt, maar gewoon doordraait.