Jigme Sangpo is de zesde Tibetaanse politieke gevangene die dit jaar is vrijgelaten. De Amerikaanse mensenrechtenactivist John Kamm bracht de vrijlating van de dissident in verband met de wens van China de betrekkingen met de VS te verbeteren. Hij zei niet te geloven dat China bezig is zijn beleid ten opzichte van Tibet te wijzigen. Kamm heeft maandenlang bij de Chinese autoriteiten geijverd voor de vrijlating van Jigme Sangpo, die 74 jaar oud is en een zwakke gezondheid heeft.

In april werd ook al gemeld dat Jigme Sangpo was vrijgelaten. Hij werd toen ontslagen uit de gevangenis in de Tibetaanse hoofdstad Lhasa. Volgens Kamm werd hij vervolgens echter onder huisarrest geplaatst in het huis van zijn nicht in Lhasa.

De onderwijzer Jigme Sangpo werd volgens het in Londen gevestigde Tibet Informatienetwerk in 1965 voor het eerst veroordeeld, tot „drie jaar heropvoeding door middel van arbeid.” Van 1970 tot 1980 zat hij opnieuw vast wegens zijn tegen de Chinese overheersing van Tibet gerichte activiteiten. In 1983 werd hij weer gearresteerd en veroordeeld tot vijftien jaar gevangenisstraf wegens contrarevolutionaire opruiing en propaganda. Zijn straf werd twee keer verlengd en hij had eigenlijk nog tot 2011 vast moeten zitten. In verband met zijn leeftijd werd hij al eerder vrijgesteld van dwangarbeid.

Het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken reageerde verheugd op de vrijlating van Jigme Sangpo. Volgens woordvoerster Brenda Greenberg ging aan zijn vrijlating „de actieve bemoeienis van een aantal regeringen” vooraf.

In Tibet zitten volgens de officiële cijfers nu nog 110 mensen vast die zijn veroordeeld wegens het in gevaar brengen van de staatsveiligheid. Van alle politieke gevangenen zat Jigme Sangpo het langst vast.