Iets niet zien en toch kunnen geloven
DEN HAAG - Waarom houdt SGP-leider Van der Vlies niet van al die aandacht voor zijn 25-jarig jubileum? Dinsdag gaf hij zijn politieke medestanders -en tegenstanders- het antwoord.
Aan belangstelling voor Van der Vlies ontbrak het de afgelopen dagen niet. Elke zichzelf respecterende krant schonk ruim aandacht aan het feit dat de staatkundig gereformeerde politicus op 10 juni 1981 in de Tweede Kamer kwam. Afgelopen zaterdag vormde de SGP-voorman het middelpunt van een grootse bijeenkomst in Amersfoort die zijn partij voor hem organiseerde. Dinsdagmiddag was het de beurt aan de Tweede Kamer.Favoriet
Direct aan het begin van de plenaire vergadering richtte Kamervoorzitter Weisglas kort het woord tot de jubilaris. Na zijn waarderende woorden gingen enkele parlementariërs spontaan applaudisseren. Dat mondde uit in een staande ovatie.
In de Oude Zaal, waar Van der Vlies in 1981 werd beëdigd, vond vervolgens een drukbezochte receptie plaats, waar ook het halve kabinet aanwezig was. Iedereen die sprak, stak de loftrompet. Kamervoorzitter Weisglas noemde de SGP-voorman iemand „zonder dubbele agenda” en iemand „die geen politieke spelletjes speelt.” Als cadeau overhandigde hij de jubilaris een zilveren exemplaar van de gouden koets.
Minister Zalm van Financiën (VVD) sprak als bewonderaar van Van der Vlies. „U bent mijn favoriete politicus. U bent kundig, toegewijd, respectvol en humoristisch.” Ook roemde de bewindsman de bereidheid tot luisteren: „U laat zich soms overtuigen door een minister. Er zijn heel wat Kamerleden die daar niet aan toekomen.”
Uitgebreid memoreerde Zalm een van de belangrijkste wapenfeiten van Van der Vlies op financieel gebied: het behoud van het randschrift bij de wisseling van gulden naar euro. Van der Vlies wilde het randschrift niet kwijt en kreeg Zalm mee.
Als cadeau overhandigde de bewindsman een horloge waarin een gulden is verwerkt. Zalm: „Het randschrift is niet zichtbaar, maar jij hoeft niet iets te zien om het toch te kunnen geloven.”
Volgens fractiegenoot Van der Staaij is zijn fractievoorzitter het levende bewijs dat je na 25 jaar niet aangetast hoeft te zijn door „het Haagse kaasstolpsyndroom.” Met een knipoog dankte hij voor al het meeleven met het zilveren jubileum van zijn partijgenoot: „Oranje is de kleur van onze partij. Zaterdag waren hele straten met die kleur versierd. Het zou wel in jouw lijn zijn, Bas, om dat oranje nu weer zo snel mogelijk weg te halen.”
Van der Staaij schonk nog even speciale aandacht aan mevrouw Van der Vlies, de steun en toeverlaat van de SGP-voorman. Zij heeft op haar eigen manier invloed op de koers van de partij. „Als Bas tijdens fractievergaderingen zegt dat hij iets in het land had opgesnoven, dan kun je er zeker van zijn dat hij dat die ochtend aan de ontbijttafel hoorde.”
Ademloos
Na al die lovende toespraken was de grote vraag hoe Van der Vlies zou reageren. Al die aandacht voor zijn persoon, daar houdt hij namelijk niet van. „Ik ben verlegen met alle aandacht”, zo zei in zijn dankwoord.
En terwijl iedereen ademloos luisterde, voegde hij eraan toe: „Waar zit ’m dat in? Dat staat in Psalm 115. Daar staat: „Niet ons, o Heere! niet ons, maar Uw Naam geef eer.” Daar gaat het me om in het leven. Het gaat niet om de SGP, maar om Hem, Zijn eer, Zijn dienst. Daar en daar alleen is het goed. Zo goed, dat ik na 25 tropenjaren -vanuit dat perspectief gezien- mag zeggen: mijn beste tijd komt nog.”