Hausse aan grenswerkers verwacht
BOCHOLT - Dagelijks pendelen zo’n 30.000 werknemers heen en weer tussen Nederland en Duitsland. Hun aantal groeit snel. Duitsland toont zich enthousiast over deze nieuwe horde grenswerkers. De Nederlandse overheid is minder happig.
Dit bleek donderdag tijdens een overlegbijeenkomst van Nederlandse en Duitse parlementariërs en bestuurders over dit onderwerp in het Duitse Bocholt. De bijeenkomst was georganiseerd door Euregio, een samenwerkingsverband van zo’n 130 gemeenten en provincies in de Nederlands-Duitse grensstreek. Ook een gemeente als Rijssen-Holten hoort daarbij.Van de 30.000 werkers die dagelijks de grens passeren komt ongeveer de helft uit Nederland. Geen wereldaantal, erkent voorzitter Frans Willeme van Euregio. „In 1999 waren het er nog maar 2000.”
In de toekomst zal dit aantal toenemen. „Op de Saxion Hogeschool in Enschede is bijvoorbeeld tussen de 5 en 10 procent van de leerlingen Duits. Een groot deel van hen gaat ongetwijfeld in ons land werken.”
Veel zogenoemde grenspendelaars lopen tegen problemen op. Bijvoorbeeld Lorenz Dik, een Nederlander die in Duitsland werkt. Hij meldde donderdag dat hij door zijn werk zo’n 8000 euro aan hypotheekrenteaftrek misloopt voor zijn Nederlandse woning.
Dergelijke nadelen wil Euregio helpen oplossen. Dit betekent niet dat de verschillen in wetgeving moeten worden weggepoetst, laat Willeme weten. „We moeten onze eigenheid juist koesteren. Anders worden we allemaal grijze muizen.”
Donderdag bleek het gebrek aan enthousiasme van de kant van Nederland. Er kwam van Duitse zijde zelfs een minister van de deelstaat Noord-Rijnland-Westfalen aan te pas. Bij zijn warmbloedige pleidooi voor meer samenwerking stak de Nederlandse inbreng van de staatssecretaris Van Hoof (Sociale Zaken) kil en relativerend af.
Laat Den Haag het afweten voor grenswerkers?
Van Hoof: „Den Haag laat deze grenswerkers niet in de steek. Wel pleit ik ervoor om hun problemen te nuanceren en de aandacht voor grenspendelaars iets weg te nemen. Iemand die in Amsterdam woont en in München werkt, geldt voor onze regering net zo goed als iemand die in het buitenland werkt. Daarom lijkt het mij goed alleen ernstige obstakels voor grenspendelaars uit de weg te helpen.”
Wat is zo’n obstakel?
„Ik kan zo niets noemen. Er zitten nadelen aan het werken in Duitsland, maar zeker ook voordelen. We moeten die nadelen nu niet ineens als problemen gaan bestempelen.”
Al met al is de Nederlands-Duitse samenwerking op het gebied van grenswerkers geen schoolvoorbeeld van Europese integratie. Zo werd ook de voor donderdag geplande installatie van een overlegcomité op het laatste moment door het ministerie van Sociale Zaken afgeblazen.
Geen goede graadmeter voor de toekomst.
Voorzitter Willeme van Euregio: „Dat Den Haag wil wachten met het comité is geen probleem. Wel willen we dat er bij ons vervolgoverleg in oktober spijkers met koppen worden geslagen, met of zonder comité.”
De Duitse betrokkenheid bij dit onderwerp is wel erg groot. Hoe verklaart u dit enthousiasme?
„Historisch ligt samenwerken met Duitsland wat moeilijk voor Nederlanders. Andersom is daar geen sprake van. Je merkt het aan het publiek van vandaag: 80 procent van de aanwezigen is Duits. In Nederland leeft dit thema simpelweg niet.”
Als de overheid niets doet, wat is dan de oplossing voor de Nederlandse grenspendelaars? Toch maar een goedkoop huis kopen in Duitsland?
„Dat raad ik ze niet aan. We horen bij Euregio al regelmatig van ”Nederduitsers” die op hun schreden terugkeren. Het wonen in Duitsland lijkt aantrekkelijk, maar men bijt al snel de tanden stuk op de cultuurverschillen. Die blijken toch ongekend groot. Terugkeren is niet zo makkelijk. Als je je huis goedkoop hebt gekocht, wordt het ook goedkoop vérkocht. Met dat geld kun je in Nederland vervolgens weinig meer beginnen. We hebben er al dramatische voorbeelden van gezien. Daarom blijven wij pleiten voor aansluiting in de wetgeving van Nederland op Duitsland, en andersom.”