Betoging tegen premier Alkatiri in Dili
DILI (AP) – Zo’n tweeduizend Oost–Timorezen hebben dinsdag in de hoofdstad Dili gedemonstreerd tegen premier Mari Alkatiri. De betogers reden op motorfietsen en in vrachtwagens rond het parlementsgebouw.
Eerder dinsdag staken groepen relschoppers gebouwen in brand en werd een opslagplaats geplunderd. Van grootscheeps geweld, zoals zich dat de afgelopen dagen voordeed, was evenwel geen sprake.Het konvooi betogers reed ook naar het kantoor van president Xanana Gusmao, de oud–guerrillaleider die groot aanzien onder de bevolking geniet. Daar riepen zij luidkeels om het ontslag van Alkatiri. Gusmao kwam naar buiten en sprak de menigte toe nadat hij op het dak van een auto was geklommen. Hij zei dat de eisen van de betogers serieus genomen worden, maar drukte hen vooral op het hart geen geweld te gebruiken.
„We hebben dit alles besproken in de Staatsraad en we realiseren ons dat we te kampen hebben met een politieke crisis, een economische crisis, een veiligheidscrisis, een constitutionele crisis", zei Gusmao, die tijdens het spreken af en toe tranen in de ogen kreeg. „Het allerbelangrijkste is nu dat we voor elkaar krijgen dat de mensen niet meer plunderen en brandstichten en dat er niet meer geschoten wordt."
Maandag kwam het parlement voor het eerst bijeen sinds het geweld vorige maand uitbrak. Later ontmoette minister van Buitenlandse Zaken José Ramos–Horta enkele leiders van de in maart ontslagen militairen die de aanzet hebben gegeven tot het geweld. Een woordvoerder zei dat er goede gesprekken waren gevoerd, maar wilde vanwege de precaire situatie geen bijzonderheden geven.
Voor de parlementszitting kwamen vijftig van de 88 leden opdagen, voldoende voor een quorum. Van de afwezigen waren sommigen volgens collega’s weggebleven uit angst voor hun veiligheid of omdat ze geen vervoer konden krijgen. Parlementsvoorzitter Francisco Guterrez, een leider van de regerende Fretilin–partij, wees oproepen voor het aftreden van de regering van de hand. Het parlement kan alleen worden ontbonden bij de volgende verkiezingen en niet door demonstraties, zei hij. De verkiezingen staan voor volgend jaar op het programma.
Veel Oost–Timorezen geven premier Alkatiri de schuld van alle ellende en willen dat hij aftreedt. Alkatiri ontsloeg in maart zeshonderd militairen die in staking waren gegaan omdat zij zich achtergesteld voelden. De ontslagen soldaten, die 40 procent van het leger uitmaakten, raakten daarop slaags met de overgebleven militairen. Als gevolg van de groeiende wanorde raakten ook rivaliserende groepen burgers met elkaar slaags.