Celstraf en boetes in zaak-Amercentrale
BREDA (ANP) – De rechtbank in Breda heeft woensdag hoge straffen opgelegd voor het ongeval in de Amercentrale in Geertruidenberg. Door het instorten van een steiger op 23 september 2003 kwamen vijf onderhoudsmedewerkers om het leven.Een onvoorwaardelijke celstraf van een jaar legde de rechtbank op aan de 34–jarige M.S., de Belgische ontwerper van de steiger, wegens dood door schuld. De straf is conform de eis van het openbaar ministerie. De hoogste geldboete was er voor de werkgever van S., steigerbouwbedrijf Albuko uit het Belgische Wijnegem: 450.000 euro. De rechtbank oordeelde dat zowel S. als Albuko „roekeloos hebben gehandeld".
Net als in het geval van Albuko had officier van justitie H. Donker ook tegen steigerbouwer Hertel uit Rotterdam 450.000 euro geëist. De rechtbank vond hier een geldboete van 300.00 euro gepast, omdat het bedrijf – in tegenstelling tot Albuko – intern al veel heeft gedaan om dit soort ongevallen in de toekomst te voorkomen.
De rechtbank kwam verder tot een ruime verdubbeling van de straf voor hoofdaannemer CMI Energy Services uit Bergen op Zoom. In plaats van de 45.000 geëiste euro, veroordeelde de rechtbank het bedrijf tot een boete van 100.000 euro. De rechtbank neemt het CMI vooral kwalijk dat het heeft verzuimd het ontwerp van de steiger te controleren en de oplevering ervan niet heeft geïnspecteerd. Het bedrijf was hoofdelijk aansprakelijk en had dat wel moeten doen.
Alle verdachten zijn volgens de rechters schuldig aan dood en zwaar lichamelijk letsel door schuld. Naast de vijf dodelijke slachtoffers, raakten drie werknemers gewond door het instorten van de in totaal 77 meter hoge steiger. Energiebedrijf Essent is eigenaar van de Amercentrale.
De Belgische ontwerper heeft zich gedurende het hele proces, dat medio maart is begonnen, niet laten zien. Daardoor is een groot aantal vragen onbeantwoord gebleven, wat de rechtbank zeer betreurt. Zijn advocaat heeft betoogd dat zijn cliënt zich moreel verantwoordelijk voelt, maar volgens de rechtbank is van de wil om verantwoording af te leggen, niet gebleken.
In haar vonnis voert de rechtbank aan dat de steiger is ingestort, omdat de ontwerptekening van het bouwwerk onvolledig was. Op basis van die tekening is een instabiele steiger gebouwd, waarbij essentiële, zogenoemde diagonalen misten. Eerste verantwoordelijke daarvoor is de steigerontwerper S., aldus de rechtbank, die van „ernstige tekortkomingen" in het ontwerp sprak. S. had bovendien een herberekening moeten maken, toen tijdens de bouw bleek dat de steiger op een aantal punten doorbuigingen vertoonde.
Steigerbouwers Hertel en Albuko hadden volgens de rechtbank een eigen verantwoordelijkheid. Hertel is het zusterbedrijf van Albuko en had al eerder voor Essent gewerkt. De feitelijke bouw van de steiger had Hertel weer uitbesteed aan Albuko, maar dat neemt volgens de rechtbank niet weg dat beide verantwoordelijk zijn en dus medeplichtig. Zij hadden het ontwerp en de bouw van de steiger moeten controleren. De rechtbank hekelde de proceshouding van Albuko en bestuurder E. Karman. „Het lijkt er op dat de onderste steen niet boven mocht komen en het is de vraag wat ze van het ongeval hebben geleerd".
Aanklager Donker had ook geldboetes geëist tegen Albuko en Hertel wegens het overtreden van de arbeidstijdenwet en het in dienst hebben van illegale vreemdelingen, respectievelijk 29.000 en 18.000 euro. De rechtbank veroordeelde hen tot het betalen van ruim 6800 euro en ruim 16.000 euro.
Het OM beslist later of Essent nog wordt vervolgd voor het ongeval. Essent was opdrachtgever van de onderhoudsklus. Het bedrijf zelf overweegt nog een schadeclaim in te dienen tegen de onderaannemers, omdat de centrale door het ongeluk lange tijd heeft stilgelegen.
Directeur J. Knoll van Hertel zei het vreemd te vinden dat Essent niet in het vonnis voorkwam. „Grote bedrijven kunnen blijkbaar doen wat ze willen met onderaannemers". Hij noemde de straffen „fors". „De rechtbank heeft ons flink op onze verantwoordelijkheden gewezen en daar zullen we wat mee moeten doen. Dit mag niet nog een keer gebeuren".
Het OM toonde zich tevreden met het vonnis, vooral omdat de rechtbank de verschillende verantwoordelijkheden van de betrokken bedrijven heeft benoemd. „Uitbesteden betekent niet dat je verantwoordelijkheden kunt afschuiven, zoals het OM ook heeft betoogd", aldus persofficier N. Hermes. Met dit vonnis is het volgens haar voor de nabestaanden van de slachtoffers makkelijker om smartengeld te eisen bij de civiele rechter.
Of een van de betrokken partijen in hoger beroep gaat, was woensdag nog niet bekend.