De geestelijke, ayatollah Jalaleddin Taheri, maakte zijn besluit dinsdag bekend, precies drie jaar nadat bij een gewelddadige inval van de politie in een studentenhuis in Teheran een dode en zeker twintig gewonden vielen. In een verklaring refereerde Taheri aan de inval, die de aanleiding was voor de ernstigste onlusten sinds vele jaren.

In zijn verklaring zegt Taheri, die dertig jaar imam is geweest, dat haviken in naam van het geloof maatschappelijke en gekozen instellingen verlammen, geweld proberen te rechtvaardigen „en zelfs goedkeuren dat een groep idiote vandalen met stokken gruwelijke misdaden begaan in een studentenhuis.” Ook zegt hij dat het recht en de vrijheid, die in het belang van het land zijn, „opgeofferd en vertrapt” zijn. De imam veroordeelt „de ondermijning van het gekozen parlement, de smakeloze moord op de pers, de illegale gevangenneming van schrijvers en het lamleggen van de gekozen regering.”

Taheri, een van de weinige hervormingsgezinde imams van Iran, voorspelt dat het slecht met Iran zal aflopen.

Volgens Davoud Hermidas Bavand, hoogleraar aan de Universiteit van Teheran en politiek commentator, weerspiegelt het vertrek van Taheri de toenemende onvrede van de Iraniërs met het islamitische establishment. Hij zegt dat Taheri heeft gedaan wat het publiek eigenlijk van president Mohammad Khatami had verwacht.

„Het publiek verwachtte van Khatami dat hij ofwel zijn beloftes over hervormingen nakomt en haviken trotseert, ofwel aftreedt op de manier waarop Taheri dat heeft gedaan”, aldus Bavand.

Van de door Khatami beloofde politieke vrijheden en hervormingen is niets terechtgekomen. Zijn belangrijkste bondgenoten zitten vast of worden gedwarsboomd door justitie. Meer dan vijftig hervormingsgezinde kranten zijn verboden.