VN-rapporteur waarschuwt voor toename discriminatie
OSAKA - De politieke agenda van rechts dringt wereldwijd steeds verder door in het democratisch proces. Dat zei de speciale racismerapporteur van de Verenigde Naties, Doudou Diène, deze week in de Japanse stad Osaka. De VN-rapporteur is voor de tweede keer in Japan om te rapporteren over discriminatie en vreemdelingenhaat.
Diène bezocht Japan vorig jaar juli voor de eerste maal. Toen ontmoette hij afgevaardigden van onder andere minderhedenorganisaties, mensenrechtenbewegingen en de overheid. In zijn rapport, dat in januari verscheen, beschrijft hij „veelvuldige” discriminatie van etnische en culturele minderheden in Japan op sociaal, economisch, politiek en cultureel gebied.Het rapport levert zware kritiek op Japan wegens het gebrek aan wetten tegen racisme. Deze week herhaalde Diène zijn aansporing aan de Japanse overheid om dergelijke wetten aan te nemen. „De fundamentele basis om discriminatie te bevechten”, zei hij, „is de erkenning van het probleem en de politieke wil er op het hoogste niveau van de overheid iets aan te doen.”
Diène plaatste de Japanse problemen uitvoerig in een internationale context. Hij benadrukte dat het democratisch proces over de gehele wereld aangetast wordt door rechtse organisaties.
De VN-rapporteur noemde deze ondergraving van het democratisch proces „een heel ernstige ontwikkeling.” Rechtse standpunten zijn onderdeel van de publieke discussie geworden, gaf hij aan. „In steeds meer landen maken rechtse partijen deel uit van de regering. Zij hebben toegang tot de macht.” Het resultaat is volgens Diène dat overheden in toenemende mate beleid ontwikkelen „dat discriminatie legaliseert en immigratie beperkt.”
Discriminatie is niet beperkt tot de politiek, gaf Diène aan. „Er is een internationale intellectualisering van discriminatie en vreemdelingenhaat gaande. We zien meer en meer geleerden die boeken schrijven die discriminatie en vreemdelingenhaat rechtvaardigen.” Hij noemde vooral de boeken van de Amerikaanse schrijver Samuel P. Huntington.
Diène signaleerde dat deze intellectualisering ook doorgedrongen is tot de geschiedenisboeken. „Een nationalistische manier van geschiedschrijving heeft altijd bestaan. Maar het is nu ernstiger aan het worden.”
Diène ziet verscheidene oorzaken voor de wereldwijde toename van discriminatie. Gedeeltelijk heeft het traditionele en historische redenen, zegt hij. Maar hij ziet ook nieuwe trends. „Sinds de tragedie van 11 september worden bepaalde groepen gezien als potentiële bronnen van terrorisme. Dit is een nieuwe vorm van discriminatie.”
Een andere belangrijke oorzaak is volgens Diène de algemene identiteitscrisis. „De realiteit van een multiculturele samenleving spoort niet met de ideeën die mensen erbij hadden.” Diène vergelijkt racisme en discriminatie met een ijsberg. „Wat je wettelijk kunt bevechten is enkel het zichtbare gedeelte. Wij moeten de diepere bronnen en oorzaken bereiken, het onzichtbare deel van de ijsberg. Deze liggen beneden de wet en zijn veel moeilijker te beïnvloeden.”
„Hiervoor”, zei de speciale rapporteur van de VN, „hebben we grondig onderzoek nodig en het is van belang toe te zien op de manier waarop geschiedenis wordt geleerd.”
Hij benadrukte ook het belang van internationale inspanningen om lokale veranderingen teweeg te brengen. Discriminatie en vreemdelingenhaat kunnen enkel bevochten worden als het nationale gevecht verbonden is aan „acties op een internationaal front.”
Zijn rapporten spelen daarin volgens hem een wezenlijke, maar beperkte rol. „Wat het belangrijkste is”, zegt hij, „is wat organisaties binnen een land doen met mijn rapport.”