Prodi noemt oorlog in Irak ernstige fout
ROME - De Italiaanse premier Romano Prodi zal het parlement voorstellen de Italiaanse militairen uit Irak terug te halen, zodra dat technisch mogelijk is. Prodi zei dat donderdag, toen hij in een toespraak de Senaat om het vertrouwen vroeg in zijn nieuwe centrumlinkse ministersploeg.
Hij noemde de oorlog in het Arabische land een „ernstige fout”, waarmee een „doos van Pandora” is geopend en waaraan centrumlinks niet meedoet. Het terrorisme hoort bestreden te worden „zonder kruistochten” en zonder beperking van de burgerlijke vrijheden. Prodi zei dat hij over de terugtrekking van de troepen met de bondgenoten zal overleggen. Italië heeft ongeveer 2600 militairen in Irak.Tijdens de toespraak van Prodi werd geschreeuwd („Schande! Schande!”) en gefloten in de banken van de centrumrechtse oppositie. Eerst kon Prodi volstaan met harder praten. Uiteindelijk schoot Senaatsvoorzitter Franco Marini hem te hulp en maande tot rust, aldus de kranten Corriere della Sera en La Repubblica op hun websites.
Prodi had al tijdens de verkiezingscampagne te kennen gegeven dat hij de „bezettingstroepen” uit Irak weg wil hebben. Daarmee oogstte hij kritiek bij het centrumrechtse kamp van toenmalig premier Silvio Berlusconi, die de Amerikaans-Britse invasie in Irak had gesteund.
Prodi liet in zijn verklaring voor de Senaat tevens weten dat hij zich sterk zal maken voor eenheid binnen de Europese Unie. Verder repte de premier van „het consolideren en het verrijken van de historische alliantie met de Verenigde Staten.”
In zijn toespraak beloofde Prodi ook ingrijpende maatregelen om de kwakkelende Italiaanse economie weer tot leven te wekken en zei hij opnieuw dat hij het door middel van een belastingverlaging voor werkgevers aantrekkelijker zal maken om mensen in dienst te nemen. Om te profiteren van de recente economische opleving moet Italië snel actie ondernemen, waarschuwde hij. Alleen economische groei kan volgens Prodi de penibele overheidsfinanciën weer op orde brengen.
Een aantal door de regering van Berlusconi ingevoerde wetten, zoals een strenge immigratiewet, moet wat betreft Prodi worden gewijzigd of afgeschaft. Senator Maurizio Sacconi, een lid van de partij Forza Italia van Berlusconi, zei dat de verdeeldheid in het land door het terugdraaien van maatregelen van de vorige regering vergroot zou worden.
De nieuwe centrumlinkse Italiaanse regering onder leiding van Prodi werd woensdag geïnstalleerd. De leden van het kabinet legden in het Quirinaalspaleis in Rome de ambtseed af voor president Giorgio Napolitano. De coalitie onder leiding van de 66-jarige nieuwe premier versloeg vorige maand nipt de zittende regering onder leiding van Berlusconi.
Prodi kreeg donderdag in de Senaat slechts één keer applaus van de oppositie. Dat was toen hij de 80-jarige Napolitano veel geluk wenste in zijn functie en voorganger Carlo Azeglio Ciampi (85) dankte voor de zeven jaar die hij als staatshoofd van Italië heeft gediend.
Andere delen van Prodi’s toespraak werden herhaaldelijk onderbroken door geschreeuw en gefluit van centrumrechts. Prodi kondigde onder meer controles op machtsconcentraties in de mediawereld aan, evenals maatregelen om het krijgen van kinderen te stimuleren in wat volgens Prodi „het oudste land van Europa” is geworden. Prodi wil het aantal crèches verdubbelen en investeren in hypotheekgaranties voor jonge stellen.
Ook wil Prodi de „grootst mogelijke besluitvaardigheid” bij de strijd tegen belastingfraude, een traditioneel euvel in Italië. „Er is sprake van een ethische crisis: het mag niet zo zijn dat de gewieksten het winnen”, aldus Prodi.
De Senaat stemde vrijdag over het vertrouwen in het kabinet-Prodi II, dat onder de gekozen senatoren maar een nipte meerderheid heeft van twee zetels. Die kan worden vergroot door senatoren voor het leven die waarschijnlijk voor Prodi zullen stemmen, zoals de ex-presidenten Oscar Luigi Scalfaro en Francesco Cossiga en Nobelprijswinnares Rita Levi-Montalcini. Aan de andere kant is er bij geheime stemmingen in het Italiaanse parlement geregeld het gevaar van „franchi tiratori” (sluipschutters) die niet voor het eigen kamp stemmen.