De meteorologische dienst had wel storm en regen voorspeld, maar de hevigheid van het noodweer overviel iedereen. „Niemand had op zo’n zondvloed gerekend”, zei een woordvoerder van de Berlijnse brandweer. In geen 25 jaar waren de brandweer en de hulpdiensten van de hoofdstad zo massaal uitgerukt.

De storm ging tegen de ochtend liggen. Toen het licht werd, was pas duidelijk te zien hoe hevig het noodweer was geweest. Straten in de hoofdstad lagen vol puin en afgewaaide boomtakken, waardoor het verkeer maar moeizaam op gang kon komen.

Het noodweer maakte een abrupt einde aan twee hete dagen in de Duitse hoofdstad. De wind joeg met snelheden van 150 kilometer per uur door de straten. Her en der vielen bomen op auto’s en tientallen mensen zouden zijn verwond door rondvliegende brokstukken en takken.

De storm eiste het leven van twee jongens, twaalf en vijftien jaar oud, die bivakkeerden op een kampeerplaats op een eilandje in de Wannsee, iets ten zuiden van Berlijn. Ze werden verpletterd een boom die op hun tent viel. Twaalf andere kinderen raakten gewond. Elders werden nog minstens vijf mensen dodelijk getroffen door omvallende bomen.

Het openbaar vervoer in Berlijn en omgeving kwam tijdelijk helemaal stil te liggen. Luchthaven Tegel verbood een half uur lang het vliegverkeer en bussen en treinen mochten niet meer rijden. Getuigen zagen dat reizigers op station Zoo in hartje Berlijn zich aan lantaarnpalen vastklampten om niet door de wind te worden weggeblazen.

Een vliegtuig van de Zwitserse maatschappij Swiss, dat van Basel naar Hamburg onderweg was, moest door het noodweer een noodlanding maken op de voormalige militaire luchthaven Werneuchen ten noordoosten van Berlijn. Alle zestien passagiers en vier bemanningsleden bleven ongedeerd. Het toestel liep zware schade door obstakels op de landingsbaan. De piloot moest naar Werneuchen uitwijken, omdat een landing elders niet mogelijk was.

Niet alleen Berlijn en de omliggende deelstaat Brandenburg hadden de hulpdiensten de handen vol, al was de situatie daar het ernstigst. Ook in Mecklenburg-Vorpommern, Sachsen-Anhalt, Niedersachsen, Sachsen, Thüringen en Beieren bepaalden zwaailichten en sirenes in de nachtelijke uren het beeld op veel wegen. De reddingswerkers moesten omgewaaide bomen verwijderen van wegen en spoorwegen, ondergelopen kelders leegpompen en branden bestrijden.