Kerk & religie

Kerkelijke pers

In de kerkelijke pers deze week de volgende zaken.

12 May 2006 20:29Gewijzigd op 14 November 2020 03:45

Centraal WeekbladOp televisie is zaterdag voor de derde keer de ”Preek van het jaar”-wedstrijd te volgen. Allemaal mooi en aardig, schrijft Christine Hack in het Centraal Weekblad (opinieblad binnen de Protestantse Kerk), maar past dit wel bij het Evangelie?
„Waarom zet men de verkondiging van Gods Woord in voor een wedstrijd?

Een preek is niet zomaar een zondagmorgenverhaaltje aan een gemeente. De gemeente vraagt ’s zondags in welke vorm dan ook: „Heere, open Uw Woord, open ons hart, geef Uw Geest, zodat wij horen naar U en naar de andere mens.” Daarmee erkent de gemeente dat zij in de kerkdienst in de ontmoeting staat. Dat zij een roep gehoord heeft en bereid is zichzelf open te stellen en antwoord te geven. Openstaan voor die Ander, de onzichtbare Aanwezige die door vernedering ”De Beste is”. En vandaar dan ook openstaan voor die ’behoeftige’ die onze aandacht vraagt.

Het is een Relatie die we aangeboden krijgen. Het gaat als we naar de kerk gaan over God en over de Geest die Jezus droeg en nu in onze werkelijkheid Jezus wil vertegenwoordigen zoals Jezus als Opgestane God vertegenwoordigde.

Het gaat in de kerken waar de preken vandaan komen niet over producten, niet over objecten waar wij iets mee moeten. Het gaat over iets dat áán ons gedaan wordt, vóór ons gedaan is, een geschenk dat ons wordt aangeboden. Wij blijken zelf voorwerp te zijn. Niet onze hoogdravende, goed voorbereide overweging of preek waarin de mens als eerste persoon als subject de regels en de inhoud bepaalt, is de gangmaker.

Want die inhoud is er al. Al meer dan twintig eeuwen. En ’de markt’ moet ’veroverd’ worden, en misschien kunnen we een beetje helpen, dat zou mooi zijn. Maar daartoe een allerbeste preek leveren die heel subjectief getoetst zal worden, zeer waarschijnlijk mede op ’marktwaarde’?

Ik blijf zeer ambivalent. Enerzijds zal ik de presentaties aandachtig en nieuwsgierig volgen, anderzijds zal ik blijven denken: het geloof biedt iets anders om de kerkelijke mogelijkheden uit te stallen: de belofte en de hoop blijven dragen op de ware ontmoeting waarin we de Geest herkennen.

Het wordt Pinksteren. De Geest uitgestort op ’alle vlees’, over mens en wereld; de Geest die ons steeds weer Gods Gave te binnen brengt en laat zien: de tekenen zijn er nog!

Die Geest neemt ons bij de hand, tracht de troost te brengen waar de wereld op wacht, door die Geest worden we gekend en geeft ons de moed om te blijven geloven: „de (goddelijke) Geest zelf betuigt mee met onze (menselijke) geest dat wij kinderen van God zijn.” (Romeinen 8:16, Naardense Bijbel). Amen, zegt mijn ziel daarop.”

Daniël
Als je tegenwoordig een boek schrijft over orthodox-gereformeerden, ben je verzekerd van aandacht, constateert Arwin van Buuren in zijn column in Daniël, het jongerenblad van de Gereformeerde Gemeenten. „’t Is ook eigenlijk niks, zo’n zoutmijn.”

„Een wandelfanaat ondernam onlangs een voetreis dwars door de biblebelt en prompt kreeg hij allerhande kranten en omroepen langs voor een interview.

Bestaat de biblebelt, zo vroeg men hem. Jazeker, op een kaartje zag je een prachtige gordel dwars door Nederland, van om en nabij Terneuzen tot pak ’m beet Rijssen. Allemaal op een kluitje. Slechts weinigen kiezen voor het vreemdelingschap in de wereldse Randstad, het roomse Limburg of het ongelovige Noorden.

En, wat had onze wandelaar aangetroffen? Veel lange rokken. Zondags lange rijen stemmig geklede mensen. Zelfs de auto’s waren overwegend zwart. De winkelstraten toonden etalages vol met hoeden en jurken. Scholengemeenschappen hadden geen kluisjes, want „onze leerlingen stelen niet.”

Gretig vroeg de vragensteller verder. Wat was de zwaarste kerk die hij had bezocht? Deze eervolle vermelding kreeg de oud gereformeerde gemeente van Ederveen. Iedereen liep in het donker en op hele noten werden de psalmen van Datheen ten gehore gebracht. Weemoedig blikte de wandelaar terug. Op de biblebelt vind je de Nederlandse aard in pure vorm, zo meende hij. Je kijkt er de ouderwetse Nederlander recht in het hart. Sobere mensen, harde werkers, rechtlijnig en eerlijk. Om de geschiedenis van onze cultuur te leren kennen, is een bezoek aan de biblebelt een absolute aanrader.

Ja, ja. Nog even, dan staat er een hoog hek om orthodoxe enclaves als Staphorst, Urk en Genemuiden, met bordjes erop van ”verboden voor onbevoegden” en ”toegang alleen met geldig entreebewijs”. Boven de ingang prijkt een uithangbord: ”volkenkundig veldarchief en openluchtmuseum”. Zo eindigt het opgehoopte zoutend zout van de Lage Landen haar bestaan in een vitrinekast.

’t Is ook eigenlijk niks, zo’n zoutmijn. Overal een paar zoutvaatjes, van Maastricht tot Delfzijl, een tonnetje in de Randstad, dat smaakt veel beter. Welkom in de vreemdelingschap!”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer