Binnenland

Bos voor zeldzame bomen en struiken

DRONTEN - Nooit gehoord van de berijpte viltroos of van een schijnegelantier? Van een kraagroos of behaarde struweelroos dan? Ook al niet. Dat is ook weer niet zo heel vreemd, want ze zijn bijna uitgestorven. De genenbank van Staatsbosbeheer -maandag te openen- moet ervoor zorgen dat autochtone bomen en struiken behouden blijven en volop terugkeren in de inheemse natuur.

Niek Sterk
12 May 2006 10:12Gewijzigd op 14 November 2020 03:45
DRONTEN – Projectleider Van Os van Staatsbosbeheer tussen jonge kruisbessen (Ribes uva crispa). In de genenbank ”Bronnen voor nieuwe natuur” in na tuurgebied Roggebotzand staan bijna 60 van de 114 soorten inheemse bomen en struiken die nog maar in krap
DRONTEN – Projectleider Van Os van Staatsbosbeheer tussen jonge kruisbessen (Ribes uva crispa). In de genenbank ”Bronnen voor nieuwe natuur” in na tuurgebied Roggebotzand staan bijna 60 van de 114 soorten inheemse bomen en struiken die nog maar in krap

Bert van Os kijkt uit over dertien veldjes met daarop negen wilgensoorten. „Kijk, daar gaan drie reeën.” Da’s mooi en tegelijk ook weer lastig. Want vooral reebokken hebben de gewoonte om jonge, buigzame takken aan te wenden voor het zogenaamde vegen van het gewei. En laten die wilgenboompjes nu mooi buigzaam zijn…Van Os (42) is projectleider inrichting genenbank allochtone bomen en struiken bij Staatsbosbeheer (SBB). Vanaf 2000 is hij vanuit zijn bosbouwkundige achtergrond bij het onderwerp betrokken. Sinds 1986 werkt hij bij SBB. Het initiatief voor de genenbank komt van de natuurbeschermingsorganisatie; het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) is medefinancier.

LNV-minister Veerman hecht eraan de genenbank maandag persoonlijk te openen. „Want het onderwerp ligt hem na aan het hart. Nederland heeft zich gecommitteerd aan verschillende internationale diversiteitsverdragen, dus we hebben ook de verplichting om hiermee aan de gang te gaan en goede resultaten te boeken.”

De afgelopen eeuw ging Nederland totaal op de schop. Stedelijke bebouwing rukte op, industrieterreinen vergden veel ruimte, infrastructurele werken schoten de grond uit. „Landinrichtingsplannen, ruilverkavelingen: de aanwezige beplanting wordt gemakkelijk weggehaald. Na de bouw, aanleg of veranderingen planten we opnieuw in, maar steeds met ander, gebiedsvreemd materiaal. Vaak spul uit het buitenland.”

Het gevolg was een kaalslag in de gebiedseigen soortenrijkdom. „Naar schatting bestaat nog minder dan 5 procent van de vegetatie in Nederland uit oorspronkelijke soorten. Terwijl inheems materiaal van groot belang is voor de kwaliteit van de ecosystemen. In de natuur zijn de verschillende planten en dieren sterk van elkaar afhankelijk”, zegt Van Os.

Het was ecoloog Bert Maes die twintig jaar geleden al alarmbellen liet rinkelen, zegt de man van SBB. „Hij wees erop dat Nederland zich druk maakte om floravervalsing elders in de wereld en tekeerging tegen bijvoorbeeld de kap van tropisch hardhout, terwijl we in Nederland vergelijkbaar kwaad aanrichtten.” Een inventarisatie van LNV, de provincies en diverse natuurbeschermingsorganisaties gaf de alarmerende uitslag van die 5 procent originaliteit te zien.

Van de 114 soorten inheemse bomen en struiken vond Staatsbosbeheer er bijna 60 terug. Van oude, oorspronkelijke exemplaren werden stekken genomen. Dat kweekgoed kwam uiteindelijk terecht in het natuurgebied Roggebotzand, in het noordoostelijk deel van Oost-Flevoland. „Vanuit deze genenbank kunnen de natuurgebieden in Nederland via stekken of zaad weer worden voorzien van de oude soorten. Anders zouden ze gewis en zeker helemaal uitsterven.”

Was het eerst de bedoeling vooral door middel van zaad te vermeerderen, uiteindelijk gebeurde het toch via stekmateriaal. „Da’s altijd zuiverder, bij zaadwinning loop je het risico van ’vervuiling’ door bestuiving van planten uit de omgeving. Stekken opkweken duurt langer dan vermeerdering via zaad, vandaar dat het project wat vertraging opliep. De bedoelde drie jaren werden er uiteindelijk zes.”

De kosten van het project genenbank belopen tot nu toe 650.000 euro, relatief een gering bedrag. Staatsbosbeheer hoopt dat LNV ook in de toekomst blijft bijdragen. „We doen het hier met beperkte middelen en mankracht, huren goedkope arbeid in, maar na de vliegende start is het natuurlijk de kunst er volop mee door te gaan.”

Staatsbosbeheer koos ervoor het project toegankelijk te maken voor het publiek. Met een wandelroute -met informatiepanelen- van 3,8 kilometer zijn 20 van de huidige 28 hectaren te bestrijken. De keuze voor het Roggebotbos in Flevoland was snel gemaakt: veel ruimte en eenvoudige mogelijkheden om het project straks te verdubbelen. Wijzend: „Deze bossen van grove den zitten tegen het einde van hun levensduur. Dus dat areaal is snel vrij te maken.”

Is Van Os niet bang dat malloten straks met een emmertje en een schepje uniek materiaal zullen uitgraven en meepikken? „Je loopt met openstelling een risico, dat realiseren we ons en we houden ons hart vast. Aan de andere kant is het voor liefhebbers toch een leuke kans om kennis te maken met dat wat we willen redden. We hopen er het beste van.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer