EU-grondwet blijft voorlopig in de ijskast
BRUSSEL - De beoogde grondwet van de EU blijft voorlopig in de ijskast. De Europese Commissie doet op dit moment geen voorstel voor hoe het verder moet met dat document. Zij wil eerst met concrete maatregelen, ofwel het „Europa van de resultaten”, het vertrouwen van de bevolking herwinnen.
Voorzitter Barroso presenteerde woensdag in Brussel een agenda voor de burger, zoals hij het aanduidde. Die voorziet in diverse beleidsinitiatieven die voor iedereen zichtbaar maken dat de Unie iets extra’s voor hem of haar oplevert en die daarmee de populariteit van de gemeenschap vergroten. „We denken dat een antwoord bieden op vragen en zorgen die er leven onder de mensen de juiste benadering is in de huidige situatie”, aldus Barroso.Vicevoorzitter Wallström voegde daar aan de hand van ervaringen in debatten en van de uitslagen van opiniepeilingen aan toe: „De burgers bezitten niet veel kennis over Europa en tonen er weinig belangstelling voor, maar zij hebben er wel hoge verwachtingen van. Zij wijzen Europa niet af, maar verlangen minder woorden en meer actie.” Daarom is de boodschap van Brussel in de richting van de regeringen: help eraan mee in Europees verband een aantal daden te realiseren; zo moeten we de EU aan de man brengen.
Enkele voorbeelden van die concrete aanpak. In het kader van de interne markt zullen de kosten voor mobiel bellen vanuit en naar het buitenland dalen, een ingreep waarvan de consument rechtstreeks profiteert. Over de veiligheid leven grote zorgen onder het publiek. Daarom wil de Commissie de mogelijkheid om in de sfeer van justitie voortaan met meerderheid in plaats van met unanimiteit te beslissen. Dat voorkomt blokkades zoals bij het voorstel om bewijsmateriaal in strafzaken sneller onderling uit te wisselen. Barroso: „Of moeten we wachten tot de volgende aanslag voordat we beter gaan samenwerken?” Nog een element uit het pakket: de nationale parlementen ontvangen voortaan vroegtijdig de voorstellen voor Europese regelgeving. Met hun reacties wenden zij hun invloed aan en kunnen zij de subsidiariteit bewaken.
Het project van het constitutioneel verdrag raakte bijna een jaar geleden in een crisis toen bij de referenda in Frankrijk en Nederland de kiezers een negatief oordeel velden. Invoering van het ontwerp verdween daarmee uit beeld, want dat vereist de goedkeuring van alle 25 lidstaten. De regeringsaanvoerders vluchtten in een denkpauze of bezinningsperiode van twaalf maanden. Die termijn loopt binnenkort af.
Zij zullen op hun top van 15 en 16 juni een verlenging ervan afkondigen. De tijd is immers nog niet rijp voor een besluit over wat te doen met de grondwet. Een geheel nieuwe versie opstellen, enkele kleine wijzigingen aanbrengen, de tekst sterk afslanken: de meningen zijn verdeeld.
De Commissie wenst ook geen streefdatum te noemen voor het bereiken van de noodzakelijke consensus op dit punt. Wel zei Barroso te hopen dat er in 2009, als zijn team terugtreedt, een oplossing op tafel ligt. Eerder deze week vertelde de Oostenrijkse bondskanselier Schüssel, die momenteel het voorzitterschap van de Unie bekleedt, dat 2007, begin 2008, als er ook wordt onderhandeld over een drastische herziening van de begroting van de EU, misschien een doorslaggevende fase zal zijn in dit verband. In ieder geval moeten eerst de Franse presidentsverkiezingen van volgend voorjaar achter de rug zijn. En het komt natuurlijk goed uit dat Nederland dan eveneens naar de stembus gaat.
Toch probeert Barroso een aanzet te geven tot het doorbreken van de institutionele impasse. Hij oppert het plan dat de regeringschefs in 2007, vijftig jaar na de realisering van het Verdrag van Rome, dat de oprichting van de EEG regelde, een plechtige verklaring ondertekenen waarin zij hun hechte verbondenheid belijden met de beginselen van de Europese integratie en hun bereidheid uitspreken en zich verplichten mee te doen aan het verder gestalte geven daarvan in de praktijk.
De Commissievoorzitter beschouwt dat als „mogelijk een belangrijke stap” om het gestrande proces van bestuurlijke hervormingen vlot te trekken. Met een kritische toon in de richting van de hoofdsteden lichtte hij woensdag toe: „Een uitweg vraagt om de betrokkenheid van alle nationale leiders. Tot nu toe schrijven zij stelselmatig successen aan zichzelf toe en mislukkingen aan de EU. Daarom komen we met een uitdaging aan hun adres. We vragen aan hen hun engagement bij het Europese project te bevestigen. Doen zij dat inderdaad, dan moeten zij die gezindheid ook waarmaken.” Over vijf weken zullen zij de ideeën van de Commissie bespreken.