Hardere opstelling van groepen Noord-Ierland
De opstelling van protestanten en katholieken in Noord-Ierland ten opzichte van elkaar is bezig zich te verharden. Ze willen steeds minder met elkaar wonen, werken en schoolgaan. Ook het toekomstbeeld van beide groepen loopt steeds verder uiteen.
Dat blijkt uit het jaarlijkse ”Leven en Tijd Onderzoek” van Universiteit van Ulster in Noord-Ierland. Gesprekken met 1800 volwassenen tussen oktober en december 2001 laten zien dat de tegenstand tegen het vredesakkoord van 1998 onder de protestanten groot is. Slechts 26 procent van ondervraagden is er blij mee, tegen 54 procent van de katholieken. Protestanten hebben gemengde gevoelens over het vredesproces of voelen zich ongelukkig, teleurgesteld of verraden.
Het enige waarover beide gemeenschappen het eens zijn is dat het onderscheid tussen Brits-protestant en Iers-katholiek de samenleving voor altijd zal verdelen. Leden van beide groepen zeggen steeds vaker dat ze er de voorkeur aan geven apart te wonen en te werken en hun kinderen naar eigen scholen te sturen. De meerderheid vindt het nog steeds beter om de bevolkingsgroepen te mengen, maar 32 procent van de protestanten en 22 procent van de katholieken prefereert een homogene buurt, respectievelijk 21 en 14 procent werkt het liefst alleen met leden van de eigen groep en respectievelijk 37 en 29 procent wil aparte scholen. Al deze percentages zijn toegenomen ten opzichte van 1999.
Tweederde van de katholieken zegt de toekomst optimistisch of met vertrouwen tegemoet te zien, terwijl eenzelfde hoeveelheid van de protestanten daarover gemengde of angstige gevoelens heeft. Van de katholieken gelooft 65 procent dat beide partijen evenveel geprofiteerd hebben van het vredesproces, maar 63 procent van de protestanten vindt dat de katholieken er meer aan over hebben gehouden.
De onderzoekers Joanne Hughes en Caitlin Donnelly van de Universiteit van Ulster zeiden dinsdag in een verklaring dat politici en activisten zouden moeten nagaan waar de negatieve trends vandaan komen en oplossingen zouden moeten zoeken.
De afgelopen maanden is het geweld in Noord-Ierland weer opgelaaid. Vooral in delen van Belfast doen zich meer rellen voor. Protestantse en katholieke straten en wijken worden gescheiden door een groeiend netwerk van hekken, de zogenoemde ”vredeslijnen”.
Vrijdag houden protestantse hardliners van de Oranjeorde hun grootste Oranjemars van het jaar om de overwinning van de protestantse koning Willem van Oranje (de Nederlandse stadhouder Willem III) op de katholieke James II te vieren. Sinds de stichting van Noord-Ierland tachtig jaar geleden hebben de marsen de verdeeldheid gesymboliseerd. De politie en het Britse leger proberen confrontaties tussen de Oranjemannen en katholieke militanten te voorkomen.
De van oorsprong overwegend protestantse politiemacht van Noord-Ierland wordt hervormd om de katholieken er beter in te vertegenwoordigen. Uit het onderzoek dat dinsdag werd gepubliceerd blijkt echter dat 59 procent van de protestanten vindt dat de hervormingen al te ver zijn gegaan, terwijl 82 procent van de katholieken ofwel tevreden is, ofwel vindt dat de hervormingen nog niet ver genoeg zijn gegaan. Ongeveer 68 procent van de katholieken vindt de sluiting van Britse legerbases een belangrijk onderdeel van het vredesproces, maar 61 procent van de protestanten vindt van niet.
Met de stelling dat religie de Noord-Ierse samenleving altijd zal verdelen is bijna iedereen het eens: 89 procent van de protestanten en 81 procent van de katholieken.