Abdij Rolduc
Abdij Rolduc in Kerkrade, gesticht in 1104, bestaat uit een complex van gebouwen. De kerk vormt de kern van het geheel. De klaverbladvorm van het oudste gedeelte is vrij zeldzaam, evenals de verbinding van schip en zijbeuk door middel van een stelsel van dwarsgerichte tongewelven. De kapitelen in het schip zijn rijk versierd.

De vroege bouwgeschiedenis van de abdij is vooral bekend dankzij de Annales Rodensis, een kroniek over de periode 1104-1157. De meeste uitbreidingen hadden echter plaats in latere eeuwen: de watertoren (1671), de ambtswoning (1676), het pandhof (1676) en de Morettivleugel (1751-1754). De abdij heeft verder diverse inventarisstukken, zoals eikenhouten koorbanken, zeventiende-eeuwse grafzerken en een zestiende-eeuws Madonnabeeld.De naam Rolduc stamt uit de napoleontische tijd en is een samentrekking van „Rode le Duc” - ’s-Hertogenrade. De Fransen hieven de abdij op in 1796, waarna de koorheren het complex verlieten. Het bisdom Luik vestigde er in 1831 zijn priesteropleiding, maar na de Belgische afscheiding vertrok dit seminarie naar St.-Truiden en werd Rolduc een kostschool voor jongens uit de gegoede Nederlandse burgerij.
Sinds de jaren zeventig van de vorige eeuw is Rolduc in gebruik als congrescentrum en als seminarie van het bisdom Roermond. In een ander gedeelte van het abdijcomplex is een hotel gevestigd, terwijl scholengemeenschap College Rolduc enkele bijgebouwen betrekt.
De Rijksdienst voor de Monumentenzorg in Zeist maakte een selectie van de meest representatieve monumenten uit het Nederlands bouwkundig erfgoed. Dit is het tweede deel in een serie van vijf over religieuze monumenten.