Offensief Uganda tegen Verzetsleger van de Heer
KAMPALA - Volgens waarnemers van de VN-vredesmacht Monuc in Congo is het zeer waarschijnlijk dat het Ugandese leger een aanval uitvoert op het laatste grote bolwerk van rebellen van het Verzetsleger van de Heer in een nationaal park in buurland Congo. De Ugandese regering ontkent.
Nadat een eenheid van de VN-vredesmacht Monuc ter plaatse verhalen over een Ugandese inval had geverifieerd, vertelde VN-woordvoerder Kemal Saiki zaterdag dat de geruchten „geloofwaardig” waren. Volgens Saiki zouden geüniformeerde militairen gezien zijn in de buurt van het Congolese stadje Aba, dat vlak bij de grenzen van Uganda en Sudan ligt.De Congolese regering gaat veel verder in haar beschuldigingen. „Wij weten dat de Ugandese troepen die Congo zijn binnengevallen zwaar bewapend zijn met tanks. Er wordt op dit moment gevochten in het Garambapark, enkele tientallen kilometers bij Aba vandaan,” vertelde een woordvoerder van de regering. „Hun vuurkracht is groter dan die van ons.”
Lokale dorpshoofden zouden tegen persbureau Reuters hebben gezegd dat er inderdaad Ugandese militairen in het park aanwezig zijn. Volgens Reuters hebben parkwachten bevestigd dat zij mortiergranaten hebben gehoord.
De Ugandese regering ontkent vooralsnog in sterke bewoordingen dat Ugandese militairen deelnemen aan de gevechten in Congo. Volgens Uganda is vorige week woensdag een groep van vijftig SPLA-militairen Congo binnengetrokken toen zij een groep rebellen achtervolgde die in het zuiden van Sudan een aanval had uitgevoerd op enkele dorpen. Daarbij zouden mensen zijn ontvoerd. Ontvoeringen zijn een populaire manier voor strijders van het Verzetsleger van de Heer om dragers te vinden voor hun buit en om nieuwe rekruten te vinden voor hun leger.
De Ugandese minister van Buitenlandse Zaken, Sam Kutesa, zegt dat Uganda zich aan internationale richtlijnen wil houden. „De informatie die ik heb is simpel: Uganda heeft geen militairen in Congo. Het waren militairen van de SPLA die de rebellen achtervolgden in Congo, niet wij.”
Vorige week vroeg Uganda toestemming aan de VN-Veiligheidsraad in New York om met Ugandese militairen een aanval uit te voeren op rebellen van het Verzetsleger van de Heer die in het Garambapark in Congo zouden uitrusten en zich zouden hergroeperen om nieuwe aanvallen uit te voeren op het noorden Uganda.
De rebellen zorgen al twintig jaar voor grote onrust in Noord-Uganda en delen van Zuid- Sudan. Ze overvallen dorpen om voedsel te stelen en kinderen te ontvoeren. Jongetjes krijgen een geweer in handen en worden gedwongen mee te vechten. Meisjes moeten koken en worden vaak door commandanten misbruikt als seksslavinnen. In noordelijke regio’s van Uganda heeft de onrust ertoe geleid dat bijna de totale burgerbevolking in vluchtelingenkampen woont.
Het is de Ugandese regering een doorn in het oog dat rebellen van het verzetsleger ongestoord in het Garambapark van buurland Congo kunnen verblijven. Het aanwezige regeringsleger van Congo onderneemt geen actie tegen de rebellen. Ook de aanwezige peacekeepers van de VN doen geen pogingen om de commandanten van het verzetsleger te arresteren, ondanks internationale arrestatiebevelen van het Internationaal Gerechtshof in Den Haag.