Kleine Broer leidt Tamil Tijgers met harde hand
COLOMBO - Velupillai Prabhakaran behoort zonder twijfel tot de standvastigste leiders van rebellengroepen in de wereld. De 51-jarige voorman van de Sri Lankaanse Tamil Tijgers (LTTE) weet al dertig jaar zeer succesvol leiding te geven aan vele duizenden uiterst gedisciplineerde en gemotiveerde strijders.
In al die jaren is het niet of nauwelijks gelukt het verzet van de Tamilopstandelingen te breken. Dinsdag nog wist een vrouwelijk kaderlid met explosieven op haar buik een zelfmoordaanslag te plegen in het hol van de leeuw, het hoofdkwartier van het nationale leger in Colombo.Prabhakaran is een mysterieus figuur die zich zelden laat zien. ’Kleine Broer’ (Thambi) verschuilt zich naar verluidt in steeds wisselende plaatsen in de jungle van Noord-Sri Lanka. Hij staat erom bekend altijd een dodelijke cyanidecapsule om zijn nek te dragen, voor het geval hij wordt opgepakt. Interviews geeft hij bijna nooit en hij regisseert zorgvuldig de cultus rond zijn persoon. Prabhakaran afficheert zichzelf graag als een halfgod van keizerlijke afstamming, zonder wie de Tamils hopeloos verloren zijn.
De rebellenleider werd geboren op het noordelijke schiereiland Jaffna. Als tiener begon hij zich te ergeren aan wat hij beschouwde als de discriminatie van de Tamilminderheid door de grootste bevolkingsgroep, de Singalezen. Prabhakaran was al snel te vinden op politieke vergaderingen, waar hij ageerde tegen de Singalese dominantie in het openbaar bestuur, het onderwijs en de cultuur.
Op zijn achttiende richtte hij zijn eerste politieke actiegroep op, de Tamil Nieuwe Tijgers (TNT). In 1975 beschuldigde Colombo hem van betrokkenheid bij de moord op de burgemeester van de stad Jaffna. Die aanslag wordt wel beschouwd als de eerste politieke moord van het radicale Tamilnationalisme. Voor Prabharakan was het aanleiding om op 5 mei 1976 de Bevrijdingstijgers van Tamil Eelam (LTTE) op te richten, algemeen bekend als de Tamil Tijgers.
Prabhakaran is later ook verweten persoonlijk betrokken te zijn geweest bij de voorbereiding van de moord op de voormalige Indiase premier Rajiv Gandhi in 1991. De moord op Gandhi was een reactie op diens beslissing Indiase vredestroepen in Sri Lanka te legeren. De Indiase soldaten moesten uiteindelijk de aftocht blazen.
De LTTE ging begin jaren tachtig voluit strijden voor een eigen Tamilstaat in het noorden en oosten van het eiland, waar de meeste Tamils wonen.
Prabhakaran heeft zijn strijd eigenlijk nooit voorzien van een sterk ideologisch of religieus uitgangspunt. De LTTE is goeddeels seculier te midden van overwegend hindoeïstische Tamils. De Singalezen zijn vooral boeddhistisch. De LTTE trekt zich ook weinig aan van het invloedrijke kastenstelsel binnen de Tamilgemeenschap.
De leider geldt ook als een groot voorvechter van gelijke rechten voor mannen en vrouwen, reden waarom de LTTE als geen andere guerrillaorganisatie ter wereld zo veel vrouwen telt binnen de gelederen.
Overigens schuwen de rebellen ook de inzet van kindsoldaten nadrukkelijk niet. Met waarschijnlijk ongeveer 6000 tot 10.0000 strijders zou de LTTE geen partij moeten zijn voor het zeker 100.000 koppen tellende regeringsleger.
Menig Srilankaans commandant heeft in het verleden echter moeten vaststellen dat de Tamil Tijgers vaak beter zijn uitgerust en dat door het grote aantal zelfmoordaanslagen het maar zelden lukt een LTTE-strijder levend in handen te krijgen. De LTTE voerde al al-Qaida-achtige grootschalige operaties uit toen nog niemand van al-Qaida had gehoord.
Prabhakaran heeft zeker niet de steun van alle Tamils, maar zijn organisatie is diep doorgedrongen in de gemeenschap. Door regelrechte intimidatie en het zaaien van angst is het moeilijk voor Tamils om zich niet te binden aan de strijd.
LTTE-tegenstanders vinden dat Prabhakaran overduidelijk aan grootheidswaanzin lijdt. Zijn bewondering voor Napoleon en Alexander de Grote is wat al te ver doorgeschoten, zeggen critici. De Sri Lankaanse rebellenbeweging maakt zich ook op grote schaal schuldig aan intimidatie, afpersing en geweld tegen Tamil-vluchtelingen in westerse landen.
Hele families worden gedwongen de activiteiten van de LTTE blijvend te financieren, vaak met grote bedragen, aldus een recent verschenen rapport van de mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch. De LTTE is vooral actief onder de Tamilgemeenschappen in Canada, de VS en Groot-Brittannië.
De strijd van de LTTE kostte al aan meer dan 70.000 mensen het leven. De nagestreefde eigen onafhankelijke Tamilstaat is in al die jaren niet echt dichterbijgekomen, maar dat heeft de machtsbasis van Prabhakaran nauwelijks ondermijnd. Hij ondervindt wel tegenstand van een afgesplitste factie, maar zijn positie als onbetwist leider van de Tamilzaak is niet bedreigd. Sterker nog, vrede op Sri Lanka is zonder hem niet mogelijk.