Salomonseilanden belichten dollardiplomatie Taiwan
TAIPEI - In Taiwan vraagt men zich al langer af of zogenaamde dollardiplomatie gerechtvaardigd is om te voorkomen dat China de toch al schaarse bondgenoten van het 23 miljoen inwoners tellende eiland wegkoopt.
De kwestie kwam vorige week onder de aandacht toen betogers op de Salomonseilanden de Chinese wijk van de hoofdstad Honiara platbrandden uit woede over vermeende bemoeienis van Taiwan met de plaatselijke politiek.Tegenstanders van de geldsmijterij om andere landen aan zich te binden zeggen dat Taiwan zijn eigen democratie omlaaghaalt door zich in te laten met schimmige zaken waarvoor men in eigen land zou worden vervolgd. „Het is het niet waard”, zegt Su Chi, parlementslid van de Nationalistische Partij, de belangrijkste oppositiepartij. „Die hele strijd. Het is de kosten niet waard en het is de moeite niet waard.”
Taiwan en China raakten in 1949 tijdens een burgeroorlog gescheiden. Terwijl Peking Taiwan keihard blijft opeisen als een deel van China, voert Taiwan al meer dan dertig jaar een achterhoedegevecht om te zorgen dat zijn vlag blijft wapperen in landen als Panama, de Dominicaanse Republiek, Burkina Faso en de Marshalleilanden. Het beschikt momenteel nog over 25 van zulke bondgenoten.
Volgens het ministerie van Buitenlandse Zaken wordt 0,14 procent van het bruto binnenlands product uitgegeven om deze bondgenootschappen warm te houden, maar worden er geen illegale praktijken mee gefinancierd. Het geld gaat naar ontwikkelingshulp, landbouw, visserij, bijscholing - kortom naar projecten die de plaatselijke bevolking ten goede komen, zegt woordvoerder Michel Lu.
Tegenstanders bestrijden dat en wijzen naar de gebeurtenissen op de Salomonseilanden, waar het geweld tegen de Chinese minderheid werd gevoed door wijdverbreide geruchten dat Taiwan parlementsleden zou hebben omgekocht om Snyder Rini tot premier te benoemen, hoewel die verbonden was met de regering die net door de eilanders was weggestemd. Rini stapte op toen duidelijk werd dat een motie van wantrouwen tegen hem zou worden aangenomen.
De beschuldigingen werden door Taiwan met klem tegengesproken en bewijzen ervoor zijn niet boven tafel gekomen.
De critici verwijzen ook naar Panama, waar oud-president Mireya Moscosco in 2004 ontkende een miljoen dollar (813.000 euro) als verjaardagsgeschenk te hebben gekregen van de Taiwanese president Chen Shui Bian. Ook Chen sprak het gerucht tegen.
Woordvoerder Lu zegt dat Taiwan wel gek zou zijn om te proberen de strijd aan te gaan met China, omdat het daar helemaal niet het geld voor heeft. „China probeert Taiwan weg te drijven van zijn bondgenoten, dus schrijft het blanco cheques uit.”
China spreekt niet van dollardiplomatie, maar erkent wel dat het geld, medische zorg en andere hulp biedt aan landen die het wil losweken uit een diplomatiek bondgenootschap met Taiwan. Eerder deze maand bracht de Chinese premier Wen Jiabao een bezoek aan Fiji, waar hij de leiders van acht Zuidzeelanden ontmoette in een duidelijke poging hun banden met China aan te halen.
Taiwan beleefde zijn diplomatieke hoogtepunt in 1969, toen het met 67 landen, waaronder de meeste Europese landen en de Verenigde Staten, volwaardige diplomatieke betrekkingen onderhield. Het ging bergafwaarts toen de Verenigde Naties in 1971 overgingen tot erkenning van communistisch China, ten koste van Taiwan. In 1979, toen de Verenigde Staten hun ambassade in Taipei sloten, waren er nog maar 22 landen overgebleven. Thans zijn er 25 landen die Taiwan erkennen. Tientallen andere landen, waaronder de VS, Japan en Groot-Brittannië, hebben nog slechts een verbindingskantoor op het eiland, omdat Peking nu eenmaal eist dat er gekozen wordt.
Oppositieparlementariër Su verafschuwt de Taiwanese ”rent-a-country diplomatie”, zoals hij het noemt. Hij vindt dat de regering met China tot een vergelijk moet zien te komen om een eind te maken aan de competitie om invloed in de derde wereld, en zo beide landen geld te besparen. Hij denkt dat dat mogelijk is, maar China heeft in zijn streven om Taiwan elke diplomatieke ruimte te ontzeggen nog nooit een concessie gedaan.
Su vindt wel dat Taiwan in elk geval een paar bondgenoten moet kunnen behouden. „We zien onszelf als een soeverein land”, zegt hij. „We hebben vrienden nodig. Het is bijna eerder een kwestie van psychologie dan van nut.”
Andrew Yang van de Chinese Council of Advanced Policy Studies in Taipei zegt dat de grote klap voor de Taiwanese diplomatie zal komen als en wanneer het Vaticaan, zijn enig overgebleven bondgenoot in Europa, zijn diplomatieke erkenning overhevelt naar China. Veel analisten geloven dat dat zal gebeuren voor de Olympische Spelen van 2008 in Peking.
Dat zou de regering echt grote zorgen baren, zegt hij, omdat dat de overwegend rooms-katholieke landen van Latijns-Amerika over de streep kan trekken. Die landen onderhouden bovendien nu al nauwe economische betrekkingen met China.
Su onderschrijft die visie en berekent dat zestien landen met rooms-katholieke inwoners Taiwan mogelijk in de steek zullen laten, waarmee het nog maar acht diplomatieke bondgenoten zou overhouden.
President Chen ziet de bui kennelijk ook hangen. Hij laat zich zelden zien bij diplomatieke gelegenheden, maar vorige week woonde hij in Taipei een receptie van het Vaticaan bij ter ere van het 1-jarige pontificaat van paus Benedictus XVI.