Dertig doden bij aanslagen in Irak
BAGDAD (AP) - Drie Amerikaanse soldaten en zeker 27 Irakezen zijn zondag omgekomen bij het aanhoudende geweld in Irak. De soldaten reden ten noordwesten van de hoofdstad Bagdad toen bij hun voertuig een bom ontplofte.
In de afgelopen twee dagen kwamen in totaal acht Amerikaanse soldaten om. In de hele maand april is het Amerikaanse dodental daarmee gekomen op zeker 61. Tot nu toe is januari met 62 gesneuvelden nog de dodelijkste maand van dit jaar voor de Verenigde Staten. Maart was met slechts 31 Amerikaanse doden een relatief goede maand voor de VS. Sinds februari 2004 waren er in één maand niet meer zo weinig Amerikaanse doden te betreuren.Tevens kwamen zondag 27 Irakezen om. Bij drie explosies die zich voordeden aan de rand van de zwaarbewaakte Groene Zone verloren zeven Iraakse burgers het leven. Ook vielen er acht gewonden. De explosies werden veroorzaakt door mortiergranaten of raketten en deden zich voor vlak bij het ministerie van Defensie, zei een woordvoerder van het Amerikaanse leger. Drie van de gewonden zijn ambtenaren van dat ministerie.
Onbekenden vielen een Bagdads makelaarskantoor binnen en schoten de eigenaar dood. Het slachtoffer werkte ook als vrijwilliger voor de Iraakse Rode Halvemaan, aldus de politie. In de wijken Azamiyah en Sadr City werden de lichamen van in totaal acht vermoorde mannen gevonden.
In Beiji werd een uitgaansverbod ingesteld nadat een politiekonvooi was getroffen door een langs de kant van een weg verstopte bom. Twee agenten kwamen daarbij om het leven en een agent raakte gewond. Een provinciale politiecommandant die zich ook in het konvooi bevond bleef ongedeerd. In Kirkuk in Noord-Irak werd de directeur van een Turks bedrijf dat betrokken is bij de aanleg van spoorbanen in het gebied vanuit een rijdende auto doodgeschoten.
Het Iraakse parlement droeg zaterdag de sjiiet Jawad al-Maliki voor als opvolger van premier Ibrahim al-Jaafari. Jalal Talabani, een Koerd, krijgt een tweede mandaat als president.
Met de zaterdag beklonken benoemingen komt een einde aan een maanden durende impasse waarin de Koerden en soennieten de kandidatuur van zittend premier Ibrahim al-Jaafari voor een tweede termijn blokkeerden. Al-Jaafari maakte eerder deze week bekend toch bereid te zijn zijn kandidatuur voor verlenging van zijn premierschap in te trekken.
Het was zaterdag pas voor de tweede keer dat het in december gekozen parlement bijeen was. Soennitische en Koerdische partijen blokkeerden de herbenoeming van Al-Jaafari, omdat hij te polariserend zou zijn. Vier maanden na de verkiezingen heeft Irak nog altijd geen regering.
De sjiieten hebben in het parlement de meerderheid, maar kunnen niet zonder de soennieten of Koerden regeren. Al-Jaafari had onder meer de steun van de fel anti-Amerikaanse geestelijke Muqtada al-Sadr.
Al-Maliki zal op korte termijn beginnen met het vormen van een nieuwe regering. Daar heeft hij dertig dagen de tijd voor, waarna het kabinet moet worden goedgekeurd door de president.
De soenniet Mahmoud Al-Mashhadani wordt de nieuwe voorzitter van het parlement. Adil Abdul-Mahdi, een sjiiet, en Tariq al-Hashimi, een soenniet worden vicepresident onder Talabani.