G7 kritischer over wisselkoersbeleid China
De rijke industrielanden, verenigd in de G7, worden kritischer over het Chinese wisselkoersbeleid. In een verklaring die vrijdag in Washington werd uitgegeven, roepen de G7 China op de koers van zijn munteenheid, de yuan, op te waarderen. Op die manier kan er meer evenwicht komen in de wereldeconomie.
De verklaring werd verspreid aan de vooravond van de voorjaarsvergadering van het Internationaal Monetair Fonds en de Wereldbank, die dit weekeinde in de Amerikaanse hoofdstad wordt gehouden. De verklaring van de G7 vormt traditioneel een belangrijke aanzet voor de beraadslagingen van het IMF en de Wereldbank.De aandacht van de G7 voor het Chinese wisselkoersbeleid is niet nieuw, maar dit keer valt wel op dat de toon scherper is. Tijdens eerdere bijeenkomsten beperkten de rijke industrielanden zich tot pleidooien voor een flexibeler wisselkoersbeleid. Nu spreekt de G7 over noodzakelijke opwaarderingen van munteenheden. Daarnaast vindt de G7 het van belang dat Aziatische landen, en China in het bijzonder, hierin concrete stappen nemen.
De G7 blijft optimistisch over de wereldeconomie, die volgens het IMF dit jaar een groei zal bereiken van 4,9 procent. De inflatie is ondanks hoge olieprijzen beperkt gebleven, aldus de verklaring. Dat neemt niet weg, dat de dure olie als een reëel risico wordt gezien. Daarnaast noemt de G7 als mogelijke gevaren de dreiging van protectionisme en de onevenwichtigheden in de wereldeconomie. Met dat laatste wordt vooral gedoeld op de tekorten van de VS enerzijds en de overschotten in met name China anderzijds.
Een opwaardering van de Chinese munteenheid kan de binnenlandse vraag in China stimuleren. Op die manier wordt het land minder afhankelijk van de export en komt er meer evenwicht in de wereldhandel. De kwestie kwam afgelopen donderdag ook ter sprake tijdens het bezoek van de Chinese president Hu Jintao aan de VS.
De verklaring van de G7 is zo geformuleerd dat ook andere regio’s, zoals Europa en Japan, moeten helpen meer evenwicht te brengen in de wereldeconomie. Als de consumenten daar meer gaan uitgeven, krijgt de economie een impuls en daar kan de Amerikaanse export weer van profiteren. De verklaring spreekt in dat verband van een ’gedeelde verantwoordelijkheid’.
Nu wordt de wereldeconomie vooral aangejaagd door de Amerikanen, die zich daarvoor diep in de schulden hebben gestoken. In het halfjaarlijkse rapport van het IMF met economische voouitzichten staat dat het oplossen van de mondiale onevenwichtigheden noodzakelijk gepaard zal gaan met een aanzienlijke daling van de dollarkoers.
De G7 wordt gevormd door de Verenigde Staten, Canada, Japan, Groot–Brittannië, Frankrijk, Duitsland en Italië. Samen zijn deze landen goed voor bijna tweederde van de wereldeconomie.