De zes beklaagden onder wie de voormalige premier van het staatje, Jadranko Prlic (46), en diens minister van Defensie, Bruno Stojic (51), worden in de 26 punten tellende aanklacht onder meer beschuldigd van etnische zuiveringen. Ze zouden ‘in een gezamenlijke criminele onderneming’ verantwoordelijk zijn voor misdaden tegen de menselijkheid en oorlogsmisdaden gepleegd tegen de niet Kroatische bevolkingsgroepen in de streek, Bosnische moslims en Bosnische Serviërs.De andere beklaagden zijn Valentin Coric (49), Milivoj Petkovic (56), Slobodan Praljak (61) en Berislav Pusic (53). De stichter van de exclusieve republiek voor Kroaten in Bosnië–Herzegovina was Mate Boban die niet terecht kan staan. Hij overleed naar verluidt in 1997.

Over de duur van het megaproces is nog weinig bekend. De verdedigers van de zes beklaagden hebben recent voor elk van hun cliënten net zo veel tijd gevraagd voor de ondervraging van getuigen van de aanklagers als de aanklagers zelf. Dat wil zeggen dat een sessie van de aanklagers met hun getuige van bijvoorbeeld twee uur, kan worden gevolgd door zes maal twee uur kruisverhoren. Het proces zou dan wel twintig jaar kunnen duren.

Als het aan de aanklagers ligt, hoeft het proces niet langer dan ongeveer twee jaar te duren. Ze brengen circa vierhonderd getuigen in stelling, maar minstens 125 van hen zouden hun zegje kunnen doen via schriftelijke verklaringen. Ze hoeven niet per se ter zitting te verschijnen tenzij de verdedigers een kruisverhoor eisen. Aanklager Kenneth Scott denkt circa duizend uren, iets meer dan een jaar van zittingen, nodig te hebben.

Alle beklaagden hebben zich in 2004 vrijwillig aan het tribunaal overgegeven, ze bezweren onschuldig te zijn aan het tenlastegelegde. Ze zijn vijf maanden na hun aankomst in Den Haag in afwachting van hun proces voorlopig op vrije voeten gesteld. Ze worden uiterlijk maandag 24 april terug verwacht.