Twijfel over invloed luiers dragende gangster
CORLEONE - Bernardo Provenzano was een gangster met blaasproblemen die andijvie kookte in een bouwvallige woning en compromitterende briefjes bewaarde wegens zijn slechte geheugen. Italië lijkt de maffiabeweging Cosa Nostra niet te hoeven vrezen als dit de man was die de organisatie leidde.
„Laten jullie met Pasen mij wat pasta uit de oven brengen?” Het laatste briefje van de maandag opgepakte maffiabaas Bernardo Provenzano -geschreven aan zijn vrouw- had weinig weg van de directieve van een gevreesde gangster.Toen de politie zijn schuilplaats binnenviel, troffen ze een 73-jarige man aan die in de keuken een potje andijvie op het vuur had. Op tafel stond een pot honing, en verder werden in de woning nog drie flessen mineraalwater, een geopend karton met melk en een netje met uien gevonden. Provenzano beschikte ook over een oude tv, waarop een briefje hing waarop zijn zoon had geschreven hoe de afstandsbediening werkte. In een kast lag een pak met luiers, die de maffioso nodig had wegens incontinentie.
Provenzano had ook een artikel uitgeknipt uit -nota bene- het tijdschrift Antimafia 2000 waarin zijn ex-collega Antonio Giuffrè, de belangrijkste kroongetuige, uit de school klapt. Rond het artikel had Provenzano met uitgeknipte letters uit de krant het woord ”verrader” geplakt.
Uit weinig blijkt dat Bernardo Provenzano, die beschouwd wordt als het roemruchte hoofd van de Siciliaanse maffia (Cosa Nostra) en die sinds 43 jaar voortvluchtig was, werkelijk aan de touwtjes trok van wat mogelijk de machtigste georganiseerde misdaadorganisatie ter wereld is.
Provenzano woonde alleen in een bouwvallige woning op het platteland bij Corleone en communiceerde met de buitenwereld door berichten op een stukje papier -de zogenoemde pizzini- te typen op een oude schrijfmachine. De politie trof maandag zeker honderd van zulke pizzini aan. Provenzano had de slechte gewoonte -zoals Giuffrè al eens zei- ze te bewaren „omdat zijn geheugen hem nog wel eens in de steek laat.”
De pizzini -vaak in code geschreven- werden door ’postbodes’ overhandigd aan andere maffiosi met opdrachten en aanwijzingen. Er kwamen ook briefjes terug naar Provenzano. Die betroffen lang niet allemaal dingen die het daglicht niet konden verdragen: bijvoorbeeld ook familiezaken. Hij communiceerde veel met zijn vrouw en twee zoons, die op maar 2 kilometer afstand van Provenzano woonden. Het laatste berichtje kwam van zoon Francesco Paolo, die als leraar Italiaans in Duitsland werkt: „Ik ben teruggekomen om heilig Pasen in de familie te vieren. Ik maak het goed en ik weet dat het ook goed met jou gaat. God beschermt jou.”
Dat Provenzano godsdienstig was, bleek uit alles. Op zijn nachtkastje lagen vier Bijbels, een vijfde rustte op zijn kussen. In de Bijbels waren briefjes gestoken, vooral bij de evangelieën, waar de oude maffiabaas tekstdelen had onderstreept. Op de commode stond een prent van Padre Pio, een rooms-katholieke heilige. Bij zijn arrestatie droeg Provenzano drie borstkruisen.
Bij zijn arrestatie zei hij slechts: „Gefeliciteerd, mijn complimenten en tot ziens.” Maar hij vroeg wel of hij een van de hangers mocht omhouden. Hoe (mogelijk) intense godsdienstigheid valt te rijmen met criminaliteit -Provenzano wordt verdacht van zeker veertig moorden en ontelbaar veel opdrachten daartoe- is niet geheel duidelijk. Het is mogelijk te verklaren als een cultureel fenomeen waarbij de maffia (tot vijftien jaar geleden) nogal eens steun kreeg van de Rooms-Katholieke Kerk.
De 43-jarige Matteo Messina Denaro uit Trapani wordt gezien als een van de opvolgers van Provenzano, als hij het in het geheim al niet is. Ook Denaro is voortvluchtig en laat vanaf zijn onderduikadres pizzini rondgaan, die vaak beginnen met: „In naam van God…” of: „Dat Padre Pio je mag beschermen.” Overigens is het weerstaan van het gebruik van moderne communicatiemiddelen wel een van de redenen dat de maffia moeilijk is aan te pakken, omdat hij nauwelijks sporen achterlaat.
Afgezien van de pizzini en het gebruik van geweld (Messina Denaro is onder andere bij verstek veroordeeld voor moord op een zwangere vrouw) is de 43-jarige ’inwoner’ van Trapani het tegenbeeld van Provenzano. Hij houdt van snelle auto’s en andere luxe en houdt zich actief bezig met de lucratieve cocaïnehandel. De pizzini van Provenzano met aanwijzingen hoe bij de verkiezingen te stemmen of aan wie steekpenningen te geven lijken er kinderspel bij.