Binnenland

„Boeren zijn dragers van het Groene Hart”

BERKENWOUDE - Hij is wel eens gekscherend „de onderkoning van de Krimpenerwaard” genoemd. Agrariër in ruste Jaap Slingerland (63) zit in de Provinciale Staten van Zuid-Holland en heeft daarnaast nog een aantal andere bestuurlijke functies. Hij is met hart en ziel begaan met de boeren in het veenweidegebied. „Zij zijn de dragers van het Groene Hart.”

13 April 2006 10:33Gewijzigd op 14 November 2020 03:39
BERKENWOUDE – Statenlid J. Slingerland ziet nog wel toekomst voor agrariërs in het Groene Hart. „Velen zullen er dan wel wat bij moeten doen, zoals streekproducten maken of natuur beheren.” Foto RD, Sjaak Verboom
BERKENWOUDE – Statenlid J. Slingerland ziet nog wel toekomst voor agrariërs in het Groene Hart. „Velen zullen er dan wel wat bij moeten doen, zoals streekproducten maken of natuur beheren.” Foto RD, Sjaak Verboom

Slingerland woont letterlijk tussen de natuur en het boerenbedrijf in. Vijfhonderd meter achter zijn huis begint het natuurreservaat de Berkenwoudse Driehoek, eigendom van het Zuid-Hollands Landschap. Voor zijn huis, aan de overkant van de weg, ligt het melkveebedrijf van zijn zoon, dat al eeuwenlang in bezit is van de Slingerlands. „Persoonlijk kijk ik liever naar voren dan naar achteren. Ik zie graag de koeien in de wei lopen.”De liefde voor het vee is diepgeworteld. Vanaf 1969 was Slingerland zelf boer aan de overkant. In 1999 nam zoon Jaap de boerderij over. Helemaal loslaten kan Slingerland het bedrijf niet. „Elke ochtend ga ik even naar de overkant. En ’s zondagmorgens sta ik om vijf uur op om de negentig koeien te melken.”

Door de overname van het bedrijf heeft Slingerland nog meer tijd voor zijn bestuurlijke functies. Zo was hij van oktober 2001 tot januari 2005 waarnemend dijkgraaf, na jarenlang in het dagelijks bestuur van het waterschap te hebben gezeten te hebben. Ook is hij bestuurlijk actief binnen de Land- en Tuinbouworganisatie en de plaatselijke SGP.

Als lid van de landinrichtingscommissie Krimpenerwaard heeft Slingerland alles te maken met de aanslag die de natuur op het veenweidelandschap doet. Een kwart van de Krimpenerwaard, 2450 hectare, moet worden omgevormd tot natuurgebied. De landinrichtingscommissie probeert al jaren samen met de overheid de beoogde hectares op te kopen. Daarnaast buigt de commissie zich over kavelruil en het inrichten van de waterhuishouding in de polder.

Maar met de herinrichting schiet het niet echt op. Slingerland: „Er is gewoon te weinig geld. Daarnaast is er veel verzet bij de boeren. Begrijpelijk.”

Om de impasse te doorbreken, kwam de provincie Zuid-Holland vorig jaar met een sterk gewijzigd plan op de proppen: het Veenweidepact Krimpenerwaard. Het pact is vooral bedoeld om sterke bodemdaling door inklinking van het veen een halt toe te roepen. Slingerland: „In het noordelijk deel van de Krimpenerwaard is de daling het sterkst. Om dat te verminderen moet het gebied vernatten. Daardoor kunnen de boeren er echter minder goed uit de voeten. Zij moeten vertrekken of een andere invulling aan hun bedrijf geven.”

Door de verschillende plannen verkeren veel boeren in de Krimpenerwaard in onzekerheid over de toekomst van hun bedrijf. Slingerland: „Zij doen geen investeringen meer, omdat ze niet weten wat hun te wachten staat. Maar mijn advies is: indien mogelijk, gewoon doorgaan, ondanks alle dreigingen.”

Tegelijkertijd probeert Slingerland de verschillende overheden ertoe over te halen meer zekerheid te bieden. „De boeren moeten weten waar ze aan toe zijn, anders trekken ze weg. Als er echt geen duidelijkheid gegeven kan worden, moeten zij een financiële vergoeding krijgen.”

Slingerlands grootste zorg is dat er te weinig boeren zullen overblijven om het gebied te bewaren zoals het nu is. „Boeren zijn de dragers van het Groene Hart. Als zij weggaan, verdwijnt ook het eeuwenoude cultuurlandschap.”

Toch zullen er volgens Slingerland altijd boeren in de Krimpenerwaard en in het Groene Hart blijven. „Zij zijn de dragers van het veenweidegebied. Alleen de grotere bedrijven zullen kunnen volstaan met alleen het houden van vee. De wat kleinere bedrijven zullen er wat bij moeten doen. Bijvoorbeeld streekproducten zoals boerenkaas en boter maken. Die moeten dan wel coöperatief aan de man worden gebracht.”

Andere agrariërs zullen zich volgens Slingerland meer op de burgers moeten richten door bijvoorbeeld schoolklassen te ontvangen of een camping te beginnen. „Dat valt goed te combineren met natuurbeheer. Omdat er niet genoeg geld is om hectares op te kopen, wil de overheid boeren aanstellen als natuurbeheerders op hun eigen land. Dat betekent dus geen kunstmest meer op het land, minder maaien en dus ook minder opbrengsten. Als zij daarvoor goed worden gecompenseerd, hoeft natuurontwikkeling in het veenweidegebied geen probleem te zijn.”

Dit is het laatste deel van een drieluik over boeren in het Groene Hart. Over dit onderwerp organiseert deze krant donderdagavond een symposium in Reeuwijk.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer