De scherpe koersval die in februari 2003 volgde op de openbaring van de problemen bij Ahold was niet het gevolg van de consolidatiekwestie, maar van de fraude bij Ahold–dochter US Foodservice. Dat zei de raadsman van de gewezen topman Van der Hoeven, Aldo Verbruggen, op de dertiende zittingsdag van het strafproces naar de boekhoudfraude bij het supermarktconcern. De advocaten verweten het openbaar ministerie (OM) dat het lichtzinnig opereert en meegaat in de hetze tegen de voormalige Ahold–top.De Amerikaanse accountant van Ahold heeft onnodig strenge eisen aan het supermarktconcern gesteld, zo stelden de advocaten in hun pleidooien. De schriftelijke bewijzen dat Ahold de baas was bij zijn gezamenlijke buitenlandse dochterbedrijven, de zogenoemde control letters, waren niet noodzakelijk. Aholds consolidatiebeleid was altijd in lijn met het Amerikaanse recht en leverde geen problemen op met de beurstoezichthouder SEC, aldus de verdediging.

Het kantoor van accountant Deloitte in de Verenigde Staten zette Ahold eind jaren negentig onder druk om control letters te leveren. Anders zou het concern zijn buitenlandse deelnemingen onder Amerikaanse boekhoudregels niet mogen consolideren. Ahold telde de volledige omzet van buitenlandse dochterbedrijven waarin het geen meerderheidsbelang hield, bij de eigen omzet. „Er is geen enkel bewijs dat Ahold onterecht consolideerde", zei Verbruggen.

Hij wees erop dat Ahold jarenlang consolideerde zonder control letters te overleggen. „Toch ging Deloitte al die jaren akkoord, zonder dat het problemen opleverde met de SEC". Het supermarktbedrijf moet voldoen aan de Amerikaanse boekhoudregels omdat het een beursnotering in New York heeft.

De Ahold–top heeft de control letters ook niet valselijk opgemaakt, zo redeneerde hun verdediging. Ahold was namelijk wel degelijk de baas bij de gezamenlijke buitenlandse dochterbedrijven. De control letters die het supermarktconcern opstelde geven volgens de advocaten geen opzettelijke valse schijn.

De consolidatiekwestie is de kern van het strafproces rond de boekhoudfraude bij Ahold. Het supermarktconcern claimde zeggenschap bij de buitenlandse halfdochters, maar ontkende deze later weer in geheime brieven, de zogenoemde side letters. Deze side letters werden door voormalig financieel directeur Michiel Meurs achtergehouden voor de accountants en commissarissen.

Toch heeft Meurs nooit bewust iemand misleid, benadrukte zijn raadsman Ed van Liere. De rechterhand van Van der Hoeven kan hoogstens een inschattingsfout worden verweten, zo stelde hij in zijn pleidooi voor vrijspraak. Van der Hoeven zette ook zijn handtekening onder een side letter. Desondanks heeft hijaltijd ontkend te hebben geweten van het bestaan ervan.