Na het tellen van 99 procent van de stemmen stond de MSZP op 43,3 procent van het electoraat. De conservatieve oppositiepartij Fidesz, die eerder op de avond nog koploper was in de exit polls, bleef steken op 42,1 procent van de stemmen.De coalitie van de socialisten met de kleine liberale SZDSZ (6,4 procent) behaalt waarschijnlijk in het parlement de benodigde meerderheid om door te kunnen regeren. Het zou dan de eerste keer zijn sinds de val van het communisme in 1989 dat in Hongarije een zittende premier een tweede termijn krijgt van de kiezers.

Hierover komt pas duidelijkheid als op 23 april een tweede stemronde is gehouden in de kiesdistricten waar zondag geen kandidaat een meerderheid kreeg. In de eerste ronde zijn 213 van de 386 zetels in het parlement toegewezen – 114 voor de centrum–linkse coalitie, 97 voor Fidesz en twee voor de kleine oppostiepartij MDF.

Voor de verkiezingen werd al voorspeld dat het een nek–aan–nekrace zou worden tussen de 44–jarige Ferenc Gyurcsàny en de conservatieve oppositie onder leiding van Viktor Orbàn (42). Die verklaarde zondagavond te hopen dat Fidesz op 23 april alsnog wint.

Orbàn leidde het land tussen 1998 en 2002. Anders dan in andere jonge democratieën in Oost–Europa is in Hongarije sinds de eerste vrije verkiezingen in 1990 nooit een parlement voortijdig ontbonden.