Buitenland

Afgehakte vingers om een brugleuning geklemd

FREETOWN - Afgehakte vingers die nog om de reling van een brug geklemd zitten. Een 12-jarige jongen die het van bloed druipende mes waarmee hij moordde tekent om de geesten van zijn slachtoffers die in zijn hoofd rondspoken, te verdrijven.

Michelle Faul (AP)
4 April 2006 10:32Gewijzigd op 14 November 2020 03:37

Die dag waarop ik ’s ochtends zag hoe een hond aan een dode vrat en ik ’s avonds bij mensen thuis hun huishond te eten aangeboden kreeg. Net als toen begin ik te huilen als de herinneringen aan de gruwelen van de belegeringen van Monrovia door Charles Taylor naar boven komen.De eerste keer dat ik Taylor zag, werd hij door dorpsbewoners vol bewondering met palmtakken toegewuifd. Wij waren toen met collega-journalisten clandestien vanuit Ivoorkust de grens met Liberia overgestoken om achter de linies van de rebellen te komen. Het was in mei 1990, vijf maanden nadat Taylor het land vanuit Ivoorkust was binnengevallen.

De montere, bril- en baarddragende, in de Verenigde Staten geschoolde econoom werd toen door velen als een redder binnengehaald, als iemand met een missie om een eind te maken aan de wrede en corrupte dictatuur van sergeant Samuel Doe. Ik merkte op dat Taylor, die beweerde een regelmatig naar de kerk gaande christen te zijn en later een baptistische priester met een opdracht van God, twee amuletten droeg. Een van zijn guerrillastrijders vertelde dat het talismannen waren, die de drager tegen kogels moesten beschermen.

Taylor liep nooit een schrammetje op in de oorlog die hij in Liberia begon en later naar Sierra Leone liet overslaan. Maar in het door hem ontketende geweld lieten 3 miljoen mensen het leven; meer werden er doodgehakt dan doodgeschoten. Tijdens Taylors eerste belegering van Monrovia stierven 40.000 mensen van de honger.

De rebellen die hij in Sierra Leone kweekte stonden er om bekend dat zij ledematen afhakten van hun slachtoffers. Mensen van wie de armen werden afgehakt konden kiezen of ze „lange mouwen of korte mouwen” -onder of boven de elleboog- wilden.

Duizenden mensen sloten zich bij Taylor aan toen hij naar Liberia kwam. Hij stond erom bekend dat hij kleine jochies ronselde als strijders. Hij had een leger van kindsoldaten, sommigen amper zeven jaar oud, met rollende ogen van de drugs, niet hoger dan een autoraam en met grotere geweren dan zij zelf. „Open de poort!” gilden ze in Liberiaanse straattaal, waarna angstige chauffeurs met geld en sigaretten over de brug kwamen. Ik stond doodsangsten uit toen een BBC-correspondente hun in plaats daarvan snoep en koekjes toestopte; ze waren er als kinderen zo blij mee.

De jongen die de tekening maakte, barstte in tranen uit toen hij de laatste bloeddruppel aan zijn mes had ingekleurd. Vervolgens verscheurde hij de tekening, een gebaar dat het volgens traumatherapeuten voor hem makkelijker maakt om zijn verleden achter zich te laten.

De mannen van Taylor hulden zich vaak in vrouwenkleding, sommigen in geplunderde bruidsjurken, met rossige of blonde pruiken op hun hoofd of Mickey Mouse- en Donald Duckmaskers op.

Naarmate Taylor zich begaf buiten de gebieden in Liberia waar hij door de Gio- en de Manostam verwelkomd was, stuitte hij op fel verzet en sloegen zijn strijders met minstens zo grote felheid terug. Op een ochtend toen wij rondreden om te zien hoe dicht de rebellen Monrovia waren genaderd, zag ik afgehakte vingers geklemd om de reling van een brug over de rivier de Po. Degene aan wie de vingers toebehoorden, moest in het water zijn gevallen en verdronken.

Niet lang daarna was er weinig meer te eten in Monrovia. De mannen van Taylor blokkeerden de aanvoer van voedsel en hadden de telefoon en water- en elektriciteitsvoorziening afgesneden. Liberiaanse vrienden nodigden mij een keer uit om te komen eten. Ze hadden hun hond geslacht. Ik paste, want die ochtend had ik gezien hoe een hond vrat van een lichaam op het strand.

In 1991 werden de rebellen van Taylor door de Nigeriaanse luchtmacht uit Monrovia verjaagd.

Het voelde vrijdag vreemd aan om op 100 meter afstand van Taylor te zitten, die is ingesloten bij het internationale oorlogstribunaal in Sierra Leone, waarvoor hij is aangeklaagd wegens misdaden tegen de mensheid, seksuele slavernij en verminking. De anders zo zelfverzekerde Taylor zag er vermoeid en verdwaasd uit toen hij woensdag met een VN-helikopter aankwam. Hij moest de trap af worden geholpen en stond wankel op zijn benen, maar niet zo onvast als sommige van zijn verminkte slachtoffers die ik vrijdagochtend op hun protheses langs zag lopen.

voetnoot (u17(De auteur deed in de jaren ’90 als correspondente van Associated Press verslag van de burgeroorlogen in Liberia en Sierra Leone.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer