„Ik dacht werkelijk dat Lenin god was”
Hoe is het leven als christen in een republiek van de voormalige Sovjet-Unie?Buitenlandredacteur Dick Tromp is te gast bij een baptistengezin in Oekraïne.
Vandaag: de bekeerling. Van overtuigd communist werd hij gelovig christen. Bang dat Sergej Ritsjkov (50) opnieuw bedrogen uitkomt, is hij niet. „Het communisme was een zaak van mensen. Die bedriegen je steeds weer. Mijn geloof is het werk van God. En Hij liegt nooit.”
Ritsjkov is docent buitenlandse literatuur aan Straling in Zhitomir en tevens een van de grondleggers van de baptistenschool. In de directiekamer vertelt de innemende Oekraïner over de ontstaansgeschiedenis van de school.
„In 1995 stond onze gemeente voor de vraag of we een eigen school zouden beginnen. Dat bleek geen eenvoudige zaak. Er bestond geen enkele wetgeving voor particuliere scholen.” Hulp kreeg Ritsjkov van de International Organization for Christian Schools, een Amerikaanse organisatie met een vestiging in Kiev, en vanuit het reformatorisch onderwijs in Nederland.
Bij de Oekraïense overheid schoot hij echter geen millimeter op. „Niemand wist iets en ik werd van loket naar loket gestuurd. Vandaar dat het oprichtingscomité besloot illegaal van start te gaan. In 1995 begonnen we met twee docenten en twintig leerlingen in twee zalen van de kerk. Na ongeveer zes maanden zijn we gestart met de legalisatieprocedure. Dat heeft er uiteindelijk toe geleid dat we nu voor alle klassen wettelijke toestemming hebben om les te geven.”
Tegenwoordig telt de school 26 docenten en 190 leerlingen. „Vanzelfsprekend was de toestemming niet”, legt Ritsjkov uit. „Toen de inspectrice van onderwijs de eerste keer onze school kwam bezoeken, deed ze dat met in haar achterhoofd de gedachte de school te zullen sluiten, erkende ze later. Toen ze echter de sfeer op school had geproefd en de resultaten van onze leerlingen had gezien, zag ze haar fout in. Sindsdien hebben we een goede verstandhouding met haar.”
„Dat betekent niet dat de school geen zorgen kent. Van de overheid krijgen we geen cent. Eigen onderwijs? Prima, maar dan moet je het wel zelf betalen, is de redenering in Kiev. Ook het schoolgebouw en de salarissen moeten we helemaal zelf bekostigen.”
Dat wordt steeds moeilijker, maakt de gediplomeerde docent Russisch en Engels duidelijk. „Weliswaar krijgen we financiële steun vanuit het buitenland en dragen de ouders indien mogelijk 70 hrivnia (zo’n 11,50 euro, red.) per maand bij, maar de kosten van bijvoorbeeld gas, water en elektriciteit zijn de afgelopen tijd enorm gestegen. Bovendien blijft het aantal gemeenteleden vrij stabiel, zodat er vanuit de kerk ook geen extra inkomsten zijn te verwachten.”
In principe laat de school, die in de omgeving goed staat aangeschreven, alle leerlingen toe, kerkelijk en onkerkelijk, maar de vraag is groter dan het aanbod. Naar schatting 30 tot 40 procent van de leerlingen is van kerkelijken huize - baptist of anderszins. „Voorrang krijgen bijvoorbeeld leerlingen met lichamelijke gebreken, omdat die op openbare scholen geen leven zouden hebben. Ook kinderen uit arme gezinnen komen boven aan de lijst te staan.
Alle ouders vragen we in te stemmen met de regels van de school. Dat betekent bijvoorbeeld dat alle leerlingen in ieder geval tijdens de zondagochtenddienst in de kerk aanwezig zijn, als het even kan met de ouders. Die aanwezigheid wordt ook gecontroleerd en als leerlingen zonder geldige reden afwezig zijn, worden zij daarop aangesproken.”
Dat Ritsjkov ooit nog eens voor een baptistenschool werkzaam zou zijn, had hij vijftien jaar geleden niet kunnen denken. „In de tijd van de Sovjet-Unie was ik overtuigd communist. Ik geloofde alles wat de Communistische Partij mij voorhield en dacht werkelijk dat Lenin god was. Dat de partij gelijk had, bleek ook uit de praktijk. Wij hadden de grootste fabrieken, wij waren als eerste in de ruimte, wij hielpen andere landen. Dat hield ik mijn leerlingen ook voor op de dorpsschool waar ik toen werkte.”
Toen de Sovjet-Unie in elkaar stortte, kreeg Ritsjkov dan ook een enorme klap te verwerken. „Zonder het communisme had ik geen enkele verwachting meer.” Het duurde zo’n drie, vier jaar voor hij de misdaden van het communisme onder ogen wilde zien. „Ik wilde bewijzen zien, want ik geloofde niemand meer op zijn woord.”
Ritsjkov ging op zoek naar een nieuw doel in het leven. „Ik wist dat ik daarvoor niet bij mensen moest zijn, want die bedriegen je. Alleen God kan waarheid zijn.” Via de orthodoxe kerk kwam de docent bij de baptisten terecht. „Ik houd er niet van als mensen mij de wet voorschrijven, zoals bijvoorbeeld de geestelijken in de orthodoxe kerk. Bij de baptisten gebeurt dat niet. Daar zoeken de mensen het zelf uit met behulp van het Woord.” Dat hij opnieuw teleurgesteld wordt, gelooft Ritsjkov niet. „God heeft me sinds mijn doop elf jaar geleden nog nooit verraden. Ik hem misschien wel, maar Hij mij nooit. En dat zal ook nooit gebeuren.”