Wilhelmus klinkt op orgel in Argentijnse kerk
TRES ARROYOS - Niemand kan beter vertellen dan honorair consul Ida van Mastrigt wat een koninklijk staatsbezoek inhoudt. Het protocol is gedetailleerd en strikt. Hapjes, drankjes en de catering moeten worden geregeld. Het komt op de minuut af nauwkeurig.
Er zijn 230 gasten uitgenodigd voor de ontvangst van de koningin in de Nederlandse gemeenschap van Tres Arroyos, volgende week vrijdag. Zelf brengt de Koningin pakweg dertig mensen mee, onder wie prins Willem-Alexander en prinses Máxima. Voor Van Mastrigt een huzarenklus.Van iedereen moesten de antecedenten worden nagetrokken en aan de ambassade in Buenos Aires worden doorgegeven. Ze heeft nu „een groep Nederlanders met een Nederlands paspoort die Nederlands spreken; een groep met een Nederlands paspoort die het Nederlands niet machtig is en een groep die geen Nederlands paspoort heeft maar toch van Nederlandse origine is.”
Al weken is Van Mastrigt (66) bezig met de voorbereidingen. Welke bloemen moeten worden aangeboden? Is het idee van de burgemeester leuk dat hij een sleutel aan de Nederlandse vorstin overhandigt, die symbool staat voor de stad en waarmee zij de harten van de mensen opent?
Dol wordt de consul van de pers. Voor hen moest ze een paar keer op het orgel van de gereformeerde kerk het Wilhelmus spelen. Van Mastrigt haalt de koningin en haar gevolg van het geïmproviseerde vliegveld. Ze kent de instructies. „Je mag haar met mevrouw of majesteit aanspreken.”
Ze is blij met het koninklijke bezoek. „Ik ben trots op mijn Nederlandse kolonie. Dit zijn allemaal nazaten van mensen die honderd jaar of nog langer geleden met een koffertje kwamen. Ze hadden geen rooie cent en kijk nu eens wat ze hebben opgebouwd.”
De onbezoldigde consul woont sinds 1950 in het land van Máxima’s herkomst. Ze zou Argentinië voor geen goud willen missen. „De zon, het heerlijke eten, de ruimte en de vrijheid.” En dan het klimaat: „Alle seizoenen op één dag.”
Wel maakt ze zich zorgen over de toenemende criminaliteit in het gemoedelijke Tres Arroyos. „Vroeger liet je de deuren gewoon open. Niets aan de hand. Dat kan niet meer.”
Twee jaar geleden is ze in het consulaat, haar woning, overvallen door twee mannen. „Ze drukten een revolver tegen mijn hoofd. Ze hebben alles meegenomen en lieten me geboeid achter. Daar ben ik van geschrokken.”
Wijzend op gemeentewerkers: „Zij zijn druk bezig alles netjes te maken. De bermen worden strak geschoren. Takken geknipt. Ik hoop dat de zon net zo mooi schijnt als vandaag. Dan blijft het koninklijke bezoek als een vrolijk feest achter in onze herinnering.”