School is straling van het grote Licht
„Dat al uw dingen in de liefde geschieden”, staat er met grote groene letters in de aula van de baptistenschool te lezen. De school voor basis- en middelbaar onderwijs staat tegen de kerk aan en luistert naar de naam ”Straling”. „Jezus is het Licht en wij moeten de stralen zijn”, luidt de toelichting van Galina.
De school waar Galina en Wasili werken, ligt op zo’n vijf minuten lopen van hun huis. Dat betekent dat ze de trolleybus of de marsjroetka links kunnen laten liggen. Een marsjroetka is een minibusje met aan het stuur een particulier die voor eigen rekening rijdt. Evenals een bus op de lijndienst volgt de marsjroetka een vaste route.Het voordeel van de busjes is dat ze vaker rijden. Nadeel is dat ze duurder zijn en soms stampvol zitten. Met name in de spits zit je in de marsjroetka als een sardientje in een blik.
Daarvan hebben Wasili en Galina vandaag geen last. Het enige wat ze moeten doen, is slalommen vanwege de vele plassen op straat. Langzaam begint de sneeuw te smelten en als gevolg van de slechte wegen en dito afwatering ontstaan overal flinke wateroppervlaktes.
Op school aangekomen, begeven de Sjostenko’s zich naar de lerarenkamer, waar de docenten de dag beginnen met gezamenlijk gebed. Daarna gaan ze naar hun lokaal voor de dagopening met de leerlingen. Twee dagen in de week beginnen de scholieren gezamenlijk in de aula, de overige drie ochtenden in de klas met hun mentor. Omdat Galina als hoofd van de school geen ’eigen’ klas heeft, neemt ze bij toerbeurt de groep van een collega waar. Donderdag is de beurt aan klas 11 - de laatste groep van de school (leerlingen van 17 jaar).
Als Galina de klas binnenkomt, gaan de acht meisjes en vijf jongens als op commando staan. Galina legt een dunne sjaal op haar hoofd en wijst een jongen aan, die voorgaat in gebed. Nadat hij het amen heeft uitgesproken, volgt een gebed van Galina. Na het tweede amen gaan de leerlingen zitten, kruipt een van de meisjes achter de piano en zingt de klas een lied.
Vervolgens spreekt Galina over het volgen van Jezus en hoezeer dat tegen de menselijke natuur ingaat. „God wil echter dat we Hem vroeg zoeken.” De leerlingen luisteren aandachtig, stellen vragen of maken een opmerking. Ook hier ontbreken kritische geesten niet. „Ik ga eerst onderzoeken wat de wereld te bieden heeft”, zegt een van de leerlingen. Na een halfuur gaat de bel en begint de eerste les.
Een verdieping lager betreedt klas 8 de gymzaal, waar Wasili de scepter zwaait. Sommige leerlingen hebben een trainingspak aan, anderen dragen gewone kleding. Het verschil tussen arm en rijk is al vroeg zichtbaar. „Aan het begin van het schooljaar vragen we welgestelde ouders bij het kleden en uitrusten van hun kroost rekening te houden met arme kinderen. Maar niet iedereen geeft daar altijd gehoor aan”, aldus Galina. Het enthousiasme tijdens het basketballen is er overigens niet minder om.
Tussen de middag eten de leerlingen in twee lichtingen in de kantine van de school. Voordat ze gaan zitten, gaat de leerling die klassendienst heeft voor in gebed. Als de koolsoep en pasta met vlees zijn verorberd, prevelen de leerlingen -opnieuw staande- een dankgebed. Aan tafel Bijbellezen is in Oekraïne niet gebruikelijk.
Als directrice van de school is Galina soms meer sociaal werker dan docent. Na een paniektelefoontje eerder op de dag komt een echtpaar uit Malin -een dorpje in de buurt- de directiekamer binnenlopen. Een dochter van het stel is in het ziekenhuis van Zhitomir onlangs bevallen van een tweeling en het gaat niet goed met haar. Ze heeft haar moeder gevraagd haar te komen helpen in het ziekenhuis.
De desbetreffende arts in het ziekenhuis weigert echter zijn medewerking te verlenen, omdat moeder en dochter hem niets hebben aan te bieden. Dat ze daartoe niet in staat zijn, interesseert hem niet. Bovendien wil de arts om dezelfde reden de moeder, die aan bloedarmoede lijdt, niet de benodigde hoeveelheid hemoglobine toedienen. De radeloze ouders hopen nu dat de directrice van een christelijke school haar invloed kan aanwenden om de arts op andere gedachten te brengen.
Het echtpaar wordt niet teleurgesteld. Galina pakt de telefoon en belt een kennis op het ministerie van Gezondheidszaken in Kiev. „Normaal gesproken zou ik direct het hoofd van het ziekenhuis hebben gebeld. Zijn vrouw is lid van onze kerk. Maar vanwege de komende verkiezingen is hij op campagne en niet bereikbaar.”
Het telefoontje naar het departement mist zijn uitwerking niet. Nog dezelfde dag belt het echtpaar om Galina uitvoerig te bedanken. „De arts blijkt nu een en al gedienstigheid.”
Na een dag lang werken -van acht tot zeven is eerder regel dan uitzondering- keert Galina huiswaarts. Buiten het hek van de school, bij een temperatuur rond het vriespunt, probeert een dronken man tevergeefs overeind te krabbelen uit een plas water. Een tamelijk confronterend gezicht voor een argeloze westerling, maar in Oekraïne helaas een vertrouwd beeld. Samen met een andere voorbijganger helpt Galina de man overeind.
Een taxi slaat hij af. Gebogen over een hek komt de man langzaam op verhaal. Ruim een maand geleden zou hij zijn doodgevroren.